In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingediend omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf voor verblijf als familie- of gezinslid in het kader van nareis. De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en heeft gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.
Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van de verplichting om griffierecht te betalen. De rechtbank verleent eiseres daarom vrijstelling van de verplichting om griffierecht te betalen. Verweerder heeft inmiddels kenbaar gemaakt dat hij vanaf 15 januari 2024 in nareiszaken het first-in first-out (fifo)-principe hanteert. De rechtbank wijst het verzoek van verweerder om aanhouding van de behandeling van het beroep af, omdat de aard van een beroep tegen het niet tijdig beslissen zich in beginsel tegen een aanhouding verzet.
De rechtbank stelt vast dat de termijn waarbinnen verweerder had moeten beslissen op de aanvraag is overschreden. Eiseres heeft verweerder rechtsgeldig in gebreke gesteld en heeft meer dan twee weken daarna beroep ingesteld. Dit betekent dat het beroep terecht is ingediend en gegrond is. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. In bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn opleggen. Verweerder heeft verzocht om een beslistermijn van twintig weken, maar de rechtbank bepaalt dat deze termijn acht weken bedraagt, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 7.500,-.
Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiseres ook een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Verweerder moet dit betalen, en het bedrag is vastgesteld op € 437,50. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W. van Eerden, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 10 juni 2024.