ECLI:NL:RBDHA:2024:9654
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om ordemaatregel in het kader van ontslag en schorsing van een ambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 29 april 2024, wordt het verzoek van de verzoeker om een ordemaatregel te treffen in afwachting van de uitspraak van de voorzieningenrechter over zijn ontslag en schorsing beoordeeld. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J. Visscher, is een ambtenaar die op 15 maart 2024 door de Commandant van het 12 Infanteriebataljon AASLT Regiment van Heutz is voorgedragen voor ontslag wegens wangedrag. Tevens is hij met behoud van salaris geschorst. Op 18 april 2024 heeft de staatssecretaris van Defensie het ontslag per 1 mei 2024 verleend. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten en verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij hij een ordemaatregel vroeg om te voorkomen dat hij zijn persoonlijke gevechtsuitrusting (PGU) moest inleveren en zich moest laten uitkeuren voor de ontslagdatum.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de gevolgen van het inleveren van de PGU en de medische keuring niet direct dreigen te gebeuren en niet onomkeerbaar zijn. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om een ordemaatregel te treffen, ondanks de moeilijkheden die de verzoeker ondervindt bij het inleveren van de PGU en het uitkeuren. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat de situatie van de verzoeker in het licht van eerdere uitspraken moet worden beoordeeld en dat de voorlopige voorziening op korte termijn op zitting zal worden behandeld. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een ordemaatregel afgewezen, en deze beslissing is op 30 mei 2024 openbaar uitgesproken.