ECLI:NL:RBDHA:2024:9643
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 14 mei 2024, is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn ingebrekestelling te vroeg heeft ingediend, waardoor niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van het niet tijdig beslissen door de verweerder.
De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten. Eiser had zijn asielaanvraag op 29 augustus 2023 ingediend, en volgens de WBV 2023/3 zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden verlengd. Dit betekent dat de Staatssecretaris uiterlijk op 29 november 2024 op de aanvraag moet beslissen. De ingebrekestelling van 6 maart 2024 was dus prematuur, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en de betrokken partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.