ECLI:NL:RBDHA:2024:9540
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking verblijfsvergunning wegens verbreking gezinsband en wijziging verblijfsdoel naar humanitair niet-tijdelijk
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning en de afwijzing van zijn aanvraag tot het wijzigen van het verblijfsdoel van zijn verblijfsvergunning naar humanitair niet-tijdelijk. Eiser, geboren in 1982 en van Kaapverdische nationaliteit, had een verblijfsvergunning voor verblijf bij zijn partner, maar deze werd ingetrokken na de melding van de partner dat de gezinsband was verbroken. Eiser heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft het beroep op 20 december 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder.
De rechtbank oordeelt dat de intrekking van de verblijfsvergunning en de afwijzing van de aanvraag om wijziging van het verblijfsdoel terecht zijn. Eiser heeft niet voldaan aan zijn informatieplicht om de wijziging van de gezinsband te melden, waardoor verweerder niet verplicht was een voornemen tot intrekking uit te brengen. De rechtbank concludeert dat de door eiser aangevoerde persoonlijke omstandigheden niet voldoende zijn om verblijf op humanitaire gronden toe te staan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding toegewezen.