In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 6 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanvullend terugkeerbesluit en inreisverbod dat op 28 juni 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was uitgevaardigd. Eiser, vertegenwoordigd door mr. N. Vollebergh, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat er eerder op 7 juli 2023 al een inhoudelijk oordeel was gegeven over de gronden van het beroep, welke uitspraak op 5 oktober 2023 door de Afdeling is bevestigd en in rechte vaststaat.
De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat eiser geen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, gezien de eerdere uitspraak die de gronden van het beroep al had beoordeeld. Hierdoor is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.