ECLI:NL:RBDHA:2024:9329
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep dat door eiser is ingediend tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, maar verweerder had niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiser betwistte dat de beslistermijn geldig was verlengd door de WBV 2023/3 en stelde dat hij verweerder niet prematuur in gebreke had gesteld. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn van de asielaanvraag van eiser met negen maanden was verlengd, waardoor de ingebrekestelling te vroeg was ingediend. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen daarmee instemden en het onderzoek is gesloten zonder verdere behandeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.