ECLI:NL:RBDHA:2024:9325
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep dat door eiser is ingediend tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, maar verweerder had niet tijdig op deze aanvraag beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder behandeling op een zitting.
De rechtbank heeft overwogen dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen. Eiser betwistte dat de beslistermijn geldig was verlengd door het besluit WBV 2023/3, dat sinds 27 januari 2023 van kracht is en de beslistermijnen voor asielaanvragen verlengt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de beslistermijn in het geval van eiser met negen maanden was verlengd, waardoor de ingebrekestelling te vroeg was ingediend.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.