Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: H. Toonders).
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 29 maart 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die op 1 februari 2024 aan eiser, een Algerijnse vreemdeling, is opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft een voortgangsrapportage overgelegd, waar eiser op heeft gereageerd. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig is bevonden tot het sluiten van het onderzoek dat aan een eerdere uitspraak ten grondslag ligt. De rechtbank concludeert dat het detentiecentrum Rotterdam kan worden gekwalificeerd als een speciale inrichting voor bewaring, zoals bedoeld in artikel 16 van de Terugkeerrichtlijn. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat zijn medische situatie hem ongeschikt maakt voor detentie. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende heeft aangetoond dat er adequate medische zorg beschikbaar is in het detentiecentrum.
De rechtbank wijst het beroep van eiser ongegrond en wijst ook het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.