Uitspraak
Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 10 april 2024 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
Procedure
Verzoek en verweer
Feiten
Beoordeling
“(…) Und ich werde nach Holland ziehen (…)”. Hiermee heeft de vader bevestigd dat hij naar Nederland zou verhuizen, aldus de moeder. Begin juli 2023 heeft de vader ook zijn appartement in Duitsland opgezegd en op 28 juli 2023 heeft hij zijn familie en vrienden een bericht gestuurd voor een afscheidsfeest met de mededeling dat zijn nieuwe toekomst in Nederland start. Halverwege augustus 2023 is het appartement van de vader in Duitsland leeggehaald en vanaf eind augustus/september 2023 heeft de vader actief zijn leven in Nederland opgebouwd. Hij heeft woonruimte gevonden in [plaatsnaam 2] en huurtoeslag in Nederland aangevraagd. Daarnaast is hij gestart met een opleiding in [plaatsnaam 4] en heeft hij werk gevonden in [plaatsnaam 5] . Op het intakeformulier voor de mediation heeft de vader ingevuld dat hij heeft ingestemd met een verhuizing naar Nederland. Nadat de mediation niet is geslaagd is de vader in februari van dit jaar een procedure gestart bij de rechtbank Midden-Nederland. In het verzoekschrift dat de vader bij deze rechtbank heeft ingediend, verklaart hij dat hij begin oktober 2023 definitief naar Nederland is verhuisd. Uit het voorgaande dient dan ook te worden geconcludeerd dat de vader in Nederland woont en dat de gewone verblijfplaats van [minderjarige] in Nederland is. Er is volgens de moeder dan ook geen sprake van schending van artikel 3 HKOV.