ECLI:NL:RBDHA:2024:9127

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
NL23.37467
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Gambiaanse eiser wegens ongeloofwaardige identiteit en asielmotieven

In deze uitspraak oordeelt de Rechtbank Den Haag over het beroep van een Gambiaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft op 8 augustus 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze is op 1 november 2023 afgewezen als ongegrond. Eiser stelt dat hij in Gambia is geboren en dat hij problemen heeft gehad met zijn familie over de erfenis van zijn vader, wat heeft geleid tot mishandeling en ontvoering. De rechtbank behandelt het beroep op 28 mei 2024, waarbij eiser wordt bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de identiteit van eiser, met betrekking tot zijn geboortedatum, niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Eiser heeft inconsistent verklaard over zijn geboortedatum en het bezit van identificerende documenten. De rechtbank concludeert dat eiser niet helder en consistent heeft verklaard over zijn levensloop, wat afbreuk doet aan zijn asielrelaas. Eiser voert aan dat hij zich heeft afgewend van de islam, maar de rechtbank oordeelt dat dit nieuwe asielmotief niet in deze procedure kan worden betrokken, omdat het niet tijdig is ingediend en het de procedure zou vertragen.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de asielaanvraag en het terugkeerbesluit in stand blijven. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen vier weken hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.37467

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. L.M. Weber),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. G. Wischhoff).

Inleiding

1. In deze uitspraak oordeelt de rechtbank over het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag.
1.1
Eiser heeft op 8 augustus 2021 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
1.2
Verweerder heeft met het bestreden besluit van 1 november 2023 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
1.3
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
1.4
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
1.5
Het beroep is op 28 mei 2024 op zitting behandeld. Eiser is verschenen met zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen B.J. Kane. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser stelt de Gambiaanse nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum 1] 1998. Een eerdere asielaanvraag van eiser is niet in behandeling genomen omdat Italië ervoor verantwoordelijk zou zijn. Dit besluit staat in rechte vast. Omdat eiser niet tijdig aan Italië is overgedragen is hij opgenomen in de nationale procedure. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag gelegd. Eiser stelt drie jaar op de basisschool te hebben gezeten, om vervolgens na het overlijden van zijn vader naar de Koranschool te zijn gestuurd. Toen eiser daarna terugkeerde naar de compound waar zijn vader leefde, was het vermogen van zijn vader verdeeld onder de broers en zussen van eisers vader. Toen eiser probeerde aanspraak te maken op zijn deel van de erfenis, werd hij mishandeld en ontvoerd door deze familieleden en opgepakt door de politie. Eiser heeft zich enige tijd schuilgehouden bij een christelijke vriend en is vervolgens het land uit gevlucht.
Wat heeft verweerder besloten?
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
Identiteit, voor zover deze ziet op de leeftijd van eiser, herkomst en nationaliteit;
Problemen met familie over erfenis van vader.
3.1
Verweerder heeft de herkomst en nationaliteit van eiser geloofwaardig geacht. Eisers gestelde identiteit, voor zover deze ziet op de leeftijd van eiser, heeft verweerder ongeloofwaardig geacht in die zin dat verweerder weliswaar de in Italië geregistreerde gegevens van eiser overneemt, maar dat eiser onder een alias blijft geregistreerd. Verweerder heeft de problemen met familie over erfenis van vader eveneens niet geloofwaardig geacht. Verweerder heeft daarbij betrokken dat eiser op verschillende punten tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd.
Wat vindt eiser in beroep?
4. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert aan dat er onterecht een alias aan hem gekoppeld wordt, nu hij al in Italië aangegeven heeft te zijn geboren op [geboortedatum 1] 1998. Daarnaast heeft verweerder onvoldoende rekening gehouden met eisers referentiekader, waaronder ook zijn culturele achtergrond en ontwikkeling valt. Eiser is kwetsbaar, in het dossier bevindt zich een calamiteitenmelding. Eiser verzoekt de rechtbank op grond van artikel 8:47 van de Awb [1] ambtshalve een deskundige te benoemen, om hem medisch te laten onderzoeken. Het medisch advies biedt MediFirst in het huidige format namelijk geen ruimte om te adviseren over het beslissen op de asielaanvraag, maar beziet enkel of er gedurende het gehoor rekening gehouden moet worden met eventuele geconstateerde beperkingen. Eiser verwijst daarbij naar de uitspraak van de zittingsplaats Roermond. [2] Eiser betwist daarnaast dat hij wisselend en tegenstrijdig over zijn documenten heeft verklaard, nu uit zijn verklaringen duidelijk volgt dat hij nooit zelf documenten heeft gehad. Daarnaast stelt eiser zich op het standpunt niet tegenstrijdig of onlogisch te hebben verklaard over de problemen met de familie over de erfenis van vader en dat zelfs als dit wel zo zou zijn, het verschoonbaar is gelet op eisers gesteldheid en achtergrond. Verweerder blijft ten onrechte verwachten dat eiser zijn levensloop in perfecte chronologische volgorde kan vertellen. Over de verblijfplaats van zijn moeder en broers heeft eiser niet wisselend of tegenstrijdig verklaard. Eiser heeft ook niet tegenstrijdig verklaard over de gebeurtenissen op de compound. De oogaandoening van eiser is aangeboren, maar verergerd door de mishandelingen van familieleden. Tot slot voert eiser als nieuw asielmotief aan dat hij zich heeft afgewend van de islam.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Afwending van de islam
5.1
De rechtbank stelt vast dat eiser in beroep voor het eerst aanvoert dat hij zich heeft afgewend van de islam. De rechtbank moet op grond van artikel 83, eerste en derde lid van de Vw [3] rekening houden met feiten en omstandigheden die na het bestreden besluit zijn aangevoerd, voor zover dat geen strijd oplevert met de goede procesorde en voor zover de afdoening van de zaak daardoor niet ontoelaatbaar wordt vertraagd. Uit een arrest [4] van het Hof [5] volgt dat enkel een verplichting bestaat om een in beroep ingebracht asielmotief te betrekken, indien het naar nationale procedureregels tijdig is ingediend en voldoende concreet is. De hoogste bestuursrechter [6] heeft in navolging van dit arrest benadrukt dat een asielmotief enkel betrokken hoeft te worden als dat naar behoren in beroep onderzocht kan worden.
5.2
De rechtbank oordeelt, dit toetsingskader in acht nemend, dat de door eiser gestelde afwending van de islam in deze procedure niet hoeft te worden betrokken omdat dit in deze procedure niet naar behoren onderzocht kan worden en tot een ontoelaatbare vertraging zou leiden. Eiser moet immers opnieuw worden gehoord en er zal een aanvullend besluit moeten worden genomen. Daarbij komt dat partijen ter zitting ook hebben aangegeven dat het nieuwe asielmotief niet in deze procedure hoeft te worden betrokken. Als eiser vindt dat hij in aanmerking komt voor een asielvergunning op grond van zijn gestelde afvalligheid kan hij daartoe een nieuwe asielaanvraag indienen.
Deskundigenonderzoek
6. Eiser verzoekt de rechtbank op grond van artikel 8:47 van de Awb een deskundige te benoemen. Ter zitting heeft eiser toegelicht dat hiervoor twee redenen zijn. Ten eerste omdat eisers mentale capaciteiten van invloed kunnen zijn geweest op zijn verklaringen en ten tweede omdat eiser littekens heeft die het gevolg zijn van de door hem gestelde mishandeling.
Mentale gesteldheid
7. De rechtbank overweegt als volgt ten aanzien van het verzoek tot een deskundigenonderzoek naar de mentale capaciteiten van eiser. In het advies van Medifirst van 19 april 2021 staat dat eiser analfabeet is, wat volgens het advies geen beperking bij het horen en beslissen is. De rechtbank is van oordeel dat uit het verslag van het nader gehoor blijkt dat het zorgvuldig heeft plaatsgevonden. Zo heeft de hoormedewerker bij eiser geïnformeerd of er klachten zijn waar rekening mee kan worden gehouden en zijn extra pauzes aangeboden. [7] Ook heeft verweerder voldoende rekening gehouden met de mentale capaciteiten van eiser. Zo heeft de hoormedewerker geverifieerd welke scholing eiser heeft gehad en hem op het hart gedrukt het aan te geven als hij data niet weet. [8] Uit het verslag van het gehoor blijkt verder dat meermaals uitleg is gegeven als bleek dat eiser de vraag niet begreep, dat voldoende verhelderende vragen zijn gesteld en dat de gehoormedewerker specifieke termen, zoals chronologie, heeft uitgelegd. [9] Over voormelde uitspraak van 27 september 2023 van zittingsplaats Roermond overweegt de rechtbank dat dit geen vergelijkbare zaak is. MediFirst heeft in het rapport van eiser namelijk wel melding gemaakt van zijn littekens. Daarmee verschilt eisers casus van die in voormelde uitspraak. Een tweede verschil met de aangehaalde uitspraak is dat eiser geen medische stukken heeft overgelegd. Er is daarom in deze zaak geen objectieve aanleiding om te oordelen dat MediFirst medische omstandigheden heeft gemist die de hoormedewerker bij het horen had moeten betrekken. De rechtbank ziet gelet op het voorgaande geen aanleiding om een deskundige te benoemen om de mentale capaciteiten van eiser nader te onderzoeken.
Identiteit, voor zover deze ziet op de leeftijd van eiser
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de identiteit, voor zover deze ziet op de leeftijd van eiser, niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht in die zin dat verweerder weliswaar de in Italië geregistreerde gegevens van eiser overneemt, maar dat eiser onder een alias blijft geregistreerd.
8.1
Verweerder heeft eiser mogen tegenwerpen dat hij niet helder en consistent over zijn geboortedatum heeft verklaard. Eiser heeft bij zijn eerdere asielaanvraag gesteld dat zijn geboortedatum [geboortedatum 2] 1987 is [10] en dit in het aanmeldgehoor van 12 januari 2021 niet gecorrigeerd. In het aanmeldgehoor Dublin [11] is eiser hier op teruggekomen door te stellen dat hij niet in 1987 is geboren, maar in 1998. In de correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor van 15 augustus 2021 corrigeert eiser dit naar 1988. [12] Verder heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat eiser wisselend heeft verklaard over het al dan niet in bezit hebben van identificerende documenten. Zo verklaart hij op 16 oktober 2020 dat hij nog nooit documenten heeft gehad. [13] Bij het aanmeldgehoor van 12 januari 2021 bevestigt betrokkene dit en verklaart hij dat hij nooit in bezit is geweest van een identiteitskaart of een paspoort. Hij verklaart tijdens dit gehoor ook dat zijn moeder in bezit is van zijn geboorteakte. [14] Op 8 augustus 2021 verklaart eiser dat hij wél in bezit is geweest van een Gambiaans paspoort en een ID-kaart. [15] Bij het aanmeldgehoor van 15 augustus 2021 verklaart eiser dat hij zijn moeder heeft gesproken en dat zijn geboorteakte en andere documenten in bewaring waren bij zijn vader die is overleden en dat het niet gelukt is ze boven water te krijgen. [16]
8.2
De rechtbank gaat mee in de stelling van verweerder dat van eiser verwacht mag worden dat hij ondanks zijn analfabetisme helder en consistent over zijn eigen leeftijd en over het wel of niet hebben van identificerende documenten kan verklaren. Dat in de correcties en aanvullingen een verschrijving heeft plaatsgevonden en dat daar niet 1988 maar 1998 had moeten staan, doet daar niet aan af. Dit verklaart immers nog altijd niet waarom eiser bij zijn eerdere asielaanvraag op 16 oktober 2020 heeft verklaard dat zijn geboortedatum [geboortedatum 2] 1987 is en dat hij dit in het aanmeldgehoor van 12 januari 2021 niet heeft gecorrigeerd.
Problemen met familie over de erfenis van vader
9. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat de problemen met familie over de erfenis van vader ongeloofwaardig zijn.
9.1.
Verweerder heeft mogen tegenwerpen dat eisers ongerijmde verklaringen over zijn levensloop, in het bijzonder de grote verschillen in jaartallen daarin, afbreuk doen aan zijn asielrelaas. Zo heeft hij enerzijds verklaard dat hij opgegroeid is in [plaatsnaam 1] , dat hij twaalf jaar lang het beroep van automonteur heeft uitgeoefend en dat hij tot aan zijn vertrek uit Gambia altijd in [plaatsnaam 1] gewoond heeft. Anderzijds heeft eiser verklaard dat hij door zijn vader naar de Koranschool is gestuurd, daar zes jaar verbleven heeft, waarna hij nog drie jaar bij zijn moeder heeft verbleven voordat hij Gambia heeft verlaten. Zoals hiervoor is overwogen valt niet in te zien waarom eiser door zijn analfabetisme en beperkte scholing niet in staat zou zijn om een enigszins chronologisch tijdsbestek te schetsen.
9.2.
Verder heeft verweerder eiser mogen tegenwerpen dat hij summier heeft verklaard over de mishandelingen, hoewel hij hier meermaals over is bevraagd. [17] De schriftelijke verklaringen van de broer en moeder van eiser doen daar niet aan af. De verklaringen zijn namelijk niet objectief. Bovendien nemen de verklaringen niet weg dat eiser summier heeft verklaard. Juist van eiser mag meer verwacht worden nu de gestelde mishandelingen de kern van zijn relaas betreffen. De ingediende foto’s kunnen ook niet als onderbouwing dienen, nu nergens uit blijkt dat de opgelopen littekens het gevolg zijn van mishandelingen door familieleden. Ook heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat niet valt in te zien waarom eiser tijdens het nader gehoor niets over een ontvoering heeft gezegd, behalve hij bang is om ontvoerd te worden en dat hem dat al eerder was overkomen. Bij de correcties een aanvullingen verklaart eiser vervolgens uitgebreid over een ontvoering. [18] Ter zitting heeft eiser aangevoerd dat dit komt doordat de gehoormedewerker hem tijdens het nader gehoor meermaals heeft afgekapt. [19] De rechtbank volgt eiser hierin niet. Uit het nader gehoor blijkt juist dat de gehoormedewerker meermaals heeft geprobeerd eiser over de gestelde ontvoering te laten verklaren. [20]
9.3.
Ten slotte heeft verweerder eiser ook mogen tegenwerpen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over de verblijfplaats van zijn moeder en broers en de oorzaak van zijn oogaandoening. Zo verklaart eiser enerzijds in het aanmeldgehoor van 12 januari 2021 dat zijn moeder in [plaatsnaam 2] woont en dat en zijn broers in [plaatsnaam 1] wonen. [21] Tijdens het nader gehoor verklaart eiser dat zijn moeder samen met zijn oudere en jongere broer verhuisd is en dat zij nu in [plaatsnaam 3] wonen. [22] Betrokkene verklaart tijdens datzelfde gehoor dat zijn gezin niet eens meer bij de familie hoort. [23] Anderzijds heeft eiser in het aanmeldgehoor van 12 januari 2021 verklaard dat zijn jongste broer bij zijn oom, de broer van zijn vader, zou wonen. [24] Over zijn oogaandoening heeft eiser enerzijds verklaard dat hij daarmee geboren is, [25] terwijl hij anderzijds heeft verklaard dat hij letsel aan zijn oog heeft opgelopen door de mishandelingen van zijn familie. [26] De stelling dat eiser al een oogaandoening had die door mishandeling erger is geworden volgt niet uit wat eiser heeft verklaard tijdens het nader gehoor. Dat deze twee verklaringen naast elkaar kunnen bestaan volgt de rechtbank dan ook niet.
Forensisch medisch onderzoek
10. Nu de rechtbank van oordeel is dat verweerder de problemen met familie over de erfenis van vader ongeloofwaardig heeft kunnen achten, ziet zij geen aanleiding een deskundige aan te stellen om de littekens van eiser te onderzoeken.

Conclusie en gevolgen

11. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag en het terugkeerbesluit in stand blijven.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen
,rechter, in aanwezigheid van K.A. Klarenbeek, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met de uitspraak op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.
2.Uitspraak van 27 september 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:14537.
3.Vreemdelingenwet 2000.
4.Zie het arrest
5.Hof van Justitie van de Europese Unie.
6.De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zie de uitspraak van 3 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2073.
7.Zie pagina 3 van het nader gehoor.
8.Zie pagina 4 en 5 van het nader gehoor.
9.Zie pagina’s 5, 7, 8, 11, 3, 24 en 25 van het nader gehoor.
10.Proces-verbaal van verhoor van 16 oktober 2020.
11.Rapport Aanmeldgehoor Dublin van 26 mei 2021, p. 3
12.Correcties en aanvullingen aanmeldgehoor van 8 februari 2022, p. 1.
13.Zie proces-verbaal van gehoor van 16 oktober 2020, p. 1.
14.Rapport aanmeldgehoor, p. 5.
15.Proces-verbaal van verhoor van 8 augustus 2021, p. 1.
16.Rapport aanmeldgehoor van 15 augustus 2021, p. 4.
17.Verslag nader gehoor, p. 23 en 24.
18.Correcties en aanvullingen nader gehoor van 9 november 2022
19.Verslag nader gehoor, p. 10.
20.Verslag nader gehoor, p. 10 en 11.
21.Rapport aanmeldgehoor van 12 januari 2021, p. 8 en 9.
22.Verslag nader gehoor, p. 12.
23.Verslag nader gehoor, p. 11.
24.Rapport aanmeldgehoor van 12 januari 2021, p. 9.
25.Proces-verbaal van 8 augustus 2021, p. 3.
26.Verslag nader gehoor, p. 15.