ECLI:NL:RBDHA:2024:9107
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van functietoewijzing aan ambtenaar met een ambtsbericht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Defensie om hem niet de functie van Vakspecialist A toe te wijzen. Eiser, werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, was afgewezen voor deze functie op basis van een ambtsbericht dat op 1 april 2020 was vastgesteld en geldig is tot 1 april 2026. Dit ambtsbericht was het resultaat van gedragingen van eiser die veel commotie hebben veroorzaakt. De rechtbank heeft op 21 mei 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en andere vertegenwoordigers van de staatssecretaris.
De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft waarom de functie niet aan eiser is toegekend. Eiser betoogde dat het ambtsbericht niet categorisch uitsluit van bepaalde functies, maar de rechtbank volgt dit niet. Verweerder heeft een belangenafweging gemaakt en gelet op het tijdsverloop sinds het ambtsbericht, heeft hij voldoende gewicht kunnen toekennen aan dit ambtsbericht. De rechtbank concludeert dat de beslissing van verweerder om de functie niet toe te wijzen, rechtmatig is.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij de functie niet toegewezen krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn en is openbaar uitgesproken op 14 juni 2024.