In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 25 januari 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig had beslist op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf nareis asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door de verweerder is overschreden en dat eiseres rechtsgeldig in gebreke heeft gesteld. Hierdoor was het beroep terecht ingediend en is het kennelijk gegrond.
De rechtbank heeft bepaald dat de verweerder alsnog binnen bepaalde termijnen een besluit moet nemen. Indien de verweerder geen herstel verzuim biedt en geen nader onderzoek nodig is, moet dit binnen vier weken na verzending van de uitspraak gebeuren. Bij een herstel verzuim zonder nader onderzoek is de termijn acht weken, en bij een herstel verzuim met nader onderzoek is de termijn zestien tot twintig weken, afhankelijk van de omstandigheden. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-.
Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 184,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en de rechtbank heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. A.W. van Eerden.