ECLI:NL:RBDHA:2024:888
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens afwezigheid en gebrek aan procesbelang
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, geboren in 1994 en van Sri Lankaanse nationaliteit, heeft op 22 april 2023 een asielaanvraag ingediend, die op 7 mei 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als kennelijk ongegrond is afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting op 16 januari 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is geweest met zijn gemachtigde. Dit leidt tot de conclusie dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte internationale bescherming in Nederland.
De rechtbank overweegt dat volgens vaste rechtspraak van de hoogste Nederlandse vreemdelingenrechter, een vreemdeling die met onbekende bestemming vertrekt, in beginsel geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke behandeling van zijn beroep. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat hij nog in Nederland verblijft of dat er contact is met zijn gemachtigde. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn asielaanvraag. De afwijzing van de asielaanvraag en het terugkeerbesluit blijven in stand, en eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, en deze uitspraak is gedaan door mr. drs. D.C. Laagland, rechter, in aanwezigheid van mr. M.J.J. Roks, griffier. De beslissing is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.