Op 22 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers, vertegenwoordigd door mr. D.J. Keiman, beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op hun aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van gezinshereniging. De rechtbank had eerder, op 10 oktober 2023, bepaald dat verweerder binnen twee weken een besluit moest nemen, maar verweerder heeft deze termijn overschreden zonder enige actie te ondernemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet heeft voldaan aan de eerder opgelegde beslistermijn.
De rechtbank heeft besloten dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen op de aanvraag van eisers. Daarnaast is er een dwangsom van € 200,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder de proceskosten van eisers, tot een bedrag van € 437,50, moet vergoeden, evenals het griffierecht van € 187,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en de rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld, omdat partijen geen zitting hebben aangevraagd.