3.1.Het verzoek tot intrekking van de natuurvergunning is ingediend op 22 november 2019. Dat betekent dat in dit geval de Wnb, zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
Waarover gaat deze uitspraak?
4. Eiseressen kunnen zich niet verenigen met de afwijzing van hun verzoek om intrekking van de natuurvergunning. Zij betogen in beroep dat de natuurvergunning had moeten worden ingetrokken op basis van artikel 5.4, tweede lid, van de Wnb. In deze zaak staat daarmee de vraag centraal of het college het verzoek van eiseressen om intrekking van de natuurvergunning heeft mogen afwijzen.
5. De Afdeling heeft in een uitspraak van 20 januari 2021 uiteengezet onder welke omstandigheden een natuurvergunning kan of moet worden ingetrokken en welke eisen aan de motivering van een beslissing op een verzoek om intrekking of wijziging van een natuurvergunning worden gesteld (de Logtsebaan-uitspraak).Net als in de eerdere uitspraak van deze rechtbank van 17 februari 2022 vormt deze Afdelingsuitspraak de leidraad bij de bespreking van de beroepsgronden.
Intrekkingsgrond artikel 5.4, tweede lid, van de Wnb
6. Artikel 5.4, tweede lid, van de Wnb bepaalt dat een vergunning wordt ingetrokken of gewijzigd indien dat nodig is ter uitvoering van artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn.Dit artikel uit de Habitatrichtlijn voorziet in een permanente beschermingsverplichting en strekt ertoe dat passende maatregelen worden getroffen als verslechtering of significante verstoring van natuurlijke habitats en habitats van soorten dreigt.
Uit de Logtsebaan-uitspraak volgt dat in artikel 5.4, tweede lid, van de Wnb besloten ligt dat een grond voor intrekking of wijziging van een natuurvergunning aanwezig is als een verslechtering of significante verstoring van natuurwaarden in een Natura 2000-gebied dreigt en de activiteit waarvoor de natuurvergunning is verleend effecten heeft op die natuurwaarden. Als aan deze twee voorwaarden is voldaan, staat vast dat ter uitvoering van artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn passende maatregelen moeten worden getroffen om verslechteringen of verstoringen met significante gevolgen voor de natuurwaarden in een Natura 2000-gebied te voorkomen. Het college heeft beoordelingsruimte bij de keuze van de maatregelen die passend zijn. Dit betekent dat het intrekken of wijzigen van een natuurvergunning als passende maatregel kan worden ingezet, maar dat ook andere passende maatregelen kunnen worden getroffen. Als intrekking of wijziging van de natuurvergunning echter de enige passende maatregel is, moet de vergunning worden ingetrokken.
7. Als het college niet voor intrekking of wijziging van de natuurvergunning kiest, moet hij inzichtelijk maken op welke wijze hij invulling heeft gegeven aan zijn beoordelingsruimte. Uit de Logtsebaan-uitspraak volgt dat het college dat kan doen door uit te leggen welke andere maatregelen zijn of zullen worden getroffen, binnen welk tijdpad de maatregelen worden uitgevoerd en wanneer verwacht wordt dat die effectief zijn.
Dreigende verslechtering of significante verstoring?
8. Eiseressen betogen dat het college miskent dat in het Natura 2000-gebied sprake is van ernstig door stikstof aangetaste natuurwaarden. Voor verschillende habitattypen geldt dat de kritische depositiewaarde (KDW) wordt overschreden. Eiseressen wijzen in dit verband op de gebiedsanalyse van dat Natura 2000-gebied. Zolang de KDW wordt overschreden, zorgt dat voor een achteruitgang van de staat van instandhouding van de aanwezige habitats. Om te voorkomen dat de verslechtering van deze habitats zich voortzet, of zelfs tot verlies van habitats zal leiden, moeten op korte termijn maatregelen worden genomen om de stikstofdepositie te reduceren tot onder het niveau van de KDW. Eiseressen wijzen in dit verband op het rapport ‘Herstelbaarheid van door stikstofdepositie aangetaste Natura 2000-habitattypen: een overzicht’ van Onderzoekcentrum B-Ware uit 2022. Eiseressen stellen voorts dat het college ten onrechte alleen de staat van instandhouding van het Natura 2000-gebied Duinen Goeree & Kwade Hoek in zijn beoordeling heeft betrokken. Het college miskent dat de op te richten melkveestal ook voor een belangrijke depositietoename zorgt op andere nabijgelegen Natura 2000-gebieden, zoals Grevelingen, Voornes Duin en Solleveld & Kapittelduinen.