ECLI:NL:RBDHA:2024:8698
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis en feitelijke gezinsbanden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Eritrese vrouw die momenteel in Ethiopië verblijft, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om bij haar vader, referent, in Nederland te kunnen verblijven. De aanvraag was eerder afgewezen, en het bezwaar tegen deze afwijzing werd door de staatssecretaris ongegrond verklaard. Eiseres stelde dat zij een duurzame en exclusieve relatie had met haar vader, die gelijk te stellen was aan een huwelijk, en dat er hechte persoonlijke banden bestonden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de relatie tussen eiseres en referent niet als een met een huwelijk gelijk te stellen relatie kan worden beschouwd, en dat de feitelijke gezinsband niet aannemelijk is gemaakt. De rechtbank heeft de eerdere afwijzing van de aanvraag door de staatssecretaris bevestigd en het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.