ECLI:NL:RBDHA:2024:8372
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van eiser uit Georgië wegens ongeloofwaardig relaas en veilig land van herkomst
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, van Georgische nationaliteit, diende op 5 april 2024 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 2 mei 2024 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De staatssecretaris weigerde ook uitstel van vertrek om medische redenen en legde een inreisverbod van twee jaar op. Tijdens de zitting op 24 mei 2024 was de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig, maar eiser en zijn gemachtigde verschenen niet.
De rechtbank toetst of de staatssecretaris de asielaanvraag terecht heeft afgewezen. Eiser stelt dat hij in 2009 betrokken was bij een demonstratie en dat hij bedreigd is door de politie. De staatssecretaris achtte de verklaringen van eiser ongeloofwaardig en concludeerde dat Georgië als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft aangegeven waarom de asielaanvraag kennelijk ongegrond is. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat hij persoonlijke redenen heeft die maken dat Georgië voor hem niet veilig is.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen en verklaart het beroep ongegrond. Eiser moet de EU onmiddellijk verlaten en krijgt geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is informatie gegeven over de mogelijkheid tot hoger beroep.