Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [v-nummer] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
manifestação de interesse. Eiser heeft daarom geen bezwaren meer tegen het intrekken van zijn verblijfsvergunning. Wel is hij het oneens met het opgelegde terugkeerbesluit en de daaruit voortvloeiende SIS-signalering. Eiser was ten tijde van het bestreden besluit namelijk niet meer in Nederland. Verweerder stelt ten onrechte dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in Portugal verbleef ten tijde van het nemen van het terugkeerbesluit. Omdat eiser in Portugal verbleef ten tijde van het primaire besluit kon verweerder hem geen terugkeerbesluit kon opleggen. Dit volgt uit artikel 6, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn en verschillende passages in het Terugkeerhandboek. [1] Verweerder heeft bovendien ten onrechte niet onderzocht of eiser rechtmatig verblijf in een andere lidstaat in de zin van artikel 6, tweede lid, van de Terugkeerrichtlijn. Dit dient verweerder te onderzoeken alvorens hij een terugkeerbesluit neemt. Het terugkeerbesluit en de SIS-signalering zijn daarom onrechtmatig. Daarnaast is de SIS-signalering ook onevenredig, omdat dit een reden voor de Portugese autoriteiten kan zijn om eisers verblijfsaanvraag te weigeren. Ook wordt de doelstelling van de Verordening 2018/1860 [2] niet verwezenlijkt met de signalering. Deze doelstelling is immers het toezicht op de naleving van de terugkeerverplichting. Tot slot had verweerder zich op grond van artikel 21 van de Verordening 2018/1861 [3] voorafgaand aan de SIS-signalering moeten beraden of de signalering gerechtvaardigd wordt door de gepastheid, de relevantie en het belang van de zaak.
Wat is het oordeel van de rechtbank?