AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beoordeling asielaanvraag van een Afghaanse eiser met betrekking tot geloofwaardigheid en risico's bij terugkeer naar Afghanistan
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 30 mei 2024, wordt het beroep van een Afghaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, geboren in 2005, heeft op 13 januari 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris op 29 september 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 8 mei 2024 behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de identiteit en etniciteit van de eiser ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. De eiser heeft een officieel document van de Afghaanse ambassade overgelegd dat zijn geboortejaar en etniciteit bevestigt, maar de staatssecretaris heeft dit onvoldoende gewogen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet voldoende heeft onderbouwd waarom de eiser niet als Hazara kan worden beschouwd, ondanks tegenstrijdige verklaringen van zijn ouders in eerdere procedures.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de risico's die de eiser loopt bij terugkeer naar Afghanistan, vooral als uit Europa terugkerende asielzoeker. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en ambtsberichten die aangeven dat er onvoldoende informatie beschikbaar is over de behandeling van terugkerende Afghanen door de Taliban. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de eiser en de actuele situatie in Afghanistan.
Voetnoten
1.Algemeen ambtsbericht Afghanistan juni 2023, p. 88.
2.Verslag aanmeldgehoor, p. 5.
3.Algemeen ambtsbericht Afghanistan, maart 2022.
4.Verslag aanmeldgehoor, p. 6.
5.Verslag nader gehoor, p. 8.
6.Verslag nader gehoor, p. 13, 14 en 17.
7.Verslag nader gehoor, p. 8 en 13.
8.Verslag nader gehoor, p. 8.
9.Verslag nader gehoor, p. 14 en 17-18.
10.Verslag aanmeldgehoor, p. 11.
11.Verslag nader gehoor, p. 14.
12.EUAA, Country Guidance: Afghanistan (januari 2023), p. 122.
13.Eiser verwijst ter onderbouwing naar twee uitspraken van deze zittingsplaats, Rb. Den Haag (zittingsplaats Arnhem) 28 februari 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:2720 en Rb. Den Haag (zittingsplaats Arnhem) 10 april 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:5047. 14.Algemeen ambtsbericht Afghanistan juni 2023.
15.Eiser verwijst naar twee uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, 25 februari 2020, ECLI:CE:ECHR:2020:0225JUD006837717 (A.S.N. e.a. t. Nederland) en 23 augustus 2016, application no. 59166/12 (J.K. t. Zweden).
16.C7/2 van de Vreemdelingencirculaire 2000.
18.Zie de artikel 3:2 en 3:46 van de Awb.