Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Heeft verweerder de asielaanvraag voldoende zorgvuldig onderzocht?
Conclusie en gevolgen
.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 18 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Syrische nationaliteit houder, heeft zijn aanvraag ingediend na illegale inreis in Bulgarije en stelt dat hij daar mishandeld is door grenswachten. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te verbieden totdat op het beroep is beslist.
De rechtbank heeft het beroep op 8 april 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de aanvraag voldoende zorgvuldig heeft behandeld en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Bulgarije. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Bulgarije een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met de mensenrechten. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet verplicht was om de asielaanvraag van eiser in behandeling te nemen en verklaart het beroep ongegrond. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, en eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.