Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 17 april 2024;
- het rapport van de Raad van 16 april 2024.
- [naam 1] , als vertegenwoordiger van de Raad;
- de vader;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 mei 2024 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2008. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling voor de duur van negen maanden, met als doel de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en stabiliteit in de thuissituatie te creëren. De minderjarige heeft sinds oktober 2022 geen onderwijs gevolgd en heeft sinds februari 2024 dagbesteding bij Stichting de Wei, waar hij positieve ontwikkelingen doormaakt. De ouders van de minderjarige, die met elkaar zijn gehuwd, hebben aangegeven te willen scheiden, maar hebben moeite om de noodzakelijke stappen te zetten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de minderjarige, mede door de onrustige thuissituatie en het gebrek aan onderwijs. De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om hun verantwoordelijkheid te nemen en samen met een jeugdbeschermer te werken aan een oplossing voor hun relatieproblemen. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, met ingang van 7 mei 2024 tot 7 februari 2025, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten.