ECLI:NL:RBDHA:2024:8124

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
28 mei 2024
Zaaknummer
09/120646-23
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor bezit van kinderporno en ontucht met minderjarige meisjes

Op 28 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een 30-jarige man veroordeeld voor het bezit van kinderporno en ontucht met twee minderjarige meisjes. De verdachte had via social media contact gezocht met deze meisjes en hen ertoe bewogen om seksuele opnamen van zichzelf te maken. In totaal zijn er 85 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen op zijn telefoon, waarvan 46 afbeeldingen van de twee meisjes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak met negen maanden is overschreden, wat heeft geleid tot een matiging van de straf. De man is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uren. Daarnaast moet hij aan de Staat een schadevergoeding van € 1000 betalen voor elk van de twee meisjes. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte heeft spijt betuigd en de rechtbank heeft rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, maar heeft ook benadrukt dat de gepleegde feiten zeer ernstig zijn en de integriteit van de slachtoffers hebben geschaad.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/120646-23
Datum uitspraak: 28 mei 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1994 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] , [postcode] , [woonplaats] ,

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 14 mei 2024 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. Sleeswijk Visser en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. M.W. Kuiper naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, die is gewijzigd op de terechtzitting van 14 mei 2024. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Opgave van bewijsmiddelen
De rechtbank zal voor de feiten met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze bewezen verklaarde feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsvrouw geen vrijspraak bepleit.
De officier van justitie heeft met betrekking tot deze feiten eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het proces-verbaalnummer 2021127710 (onderzoek: Lychee/DHRBD21011), van Team Kinderporno (DH), met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 134).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, opgemaakt op 7 februari 2022, met bijlagen (p. 48-58 en 62-63);
- het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 22 februari 2023, met bijlagen (p. 74-81);
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 9 mei 2023 (p. 119, 126-129), alleen voor zover inhoudende:
V: Wat is de uitkomst?
A: Dat dit wel gewoon klopt. Ik heb gigantisch veel spijt.
V: Hebben minderjarige meisjes jouw foto's/video's gestuurd waarin zij seksuele
handelingen met zichzelf deden?
A: Ja.
V: Heb jij schermopnames gemaakt van deze seksuele handelingen van minderjarige
meisjes?
A: Zou kunnen.
V: Wij hebben deze afbeeldingen van deze twee meisjes op jouw telefoon aangetroffen. Wat
heb jij met deze afbeeldingen gedaan?
A: Op mijn telefoon laten staan.
V: Mogen wij de conclusie trekken dat wat wij op jouw telefoon hebben aangetroffen en
wat wij lezen op jouw snapchat, dat jij daarvoor verantwoordelijk bent?
A: Ja klopt.
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.4.
De bewezenverklaring
De rechtbank is met betrekking tot de ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen. De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij in de periode van 27 maart 2021 tot en met 26 augustus 2021 te [plaatsnaam 1] , gemeente [gemeente] , meermalen, een aantal afbeeldingen, te weten foto's en video's - en een gegevensdrager, te weten een Iphone XS Max, bevattende foto's en video's - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en met een penis oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
Bestandsnamen: IMG_3861.JPG, IMG_3860.JPG, IMG_3859.JG (vindplaats p.62/63 van het dossier)
en
het met een vinger/hand betasten en aanraken van het geslachtsdeel en borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het met een vinger/hand betasten en aanraken van het geslachtsdeel en borsten van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt. Bestandsnamen: IMG_3217.MOV (vindplaats p. 62 van het dossier)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte striptease houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past, door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose, waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling Bestandsnamen: IMG_3858.JPG, IMG_5005.JPG, IMG_3552.MP4, IMG_3419.JPG, IMG_3423.MOV (vindplaats in dossier p. 62/64/65/66);

3.hij op of omstreeks 30 april 2021 te [plaatsnaam 1] , gemeente [gemeente] , en te [plaatsnaam 2] in elk geval in Nederland, met [naam 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2009, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft die [naam 2] op verzoek van verdachte haar borsten getoond, terwijl dit voor verdachte middels een openstaande verbinding op zijn telefoon (via Snapchat) zichtbaar was.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht, ambulante behandeling, vermijden van contact met minderjarigen via het internet en het vermijden van kinderporno.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de rechtbank rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, in het bijzonder dat hij
first offenderis, zijn leven goed op de rit heeft en spijt heeft van hetgeen hem verweten wordt.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft als 27-jarige man contact gezocht met een twee elfjarige meisjes via
social media. Hij heeft beide meisjes ertoe bewogen opnamen te maken en/of afbeeldingen van zichzelf te maken terwijl zij seksuele handelingen verrichten. Vervolgens heeft hij de meisjes verzocht deze beelden naar hem toe te sturen. Op de telefoon van de verdachte zijn in totaal 85 afbeeldingen aangetroffen die door politie als kinderpornografisch zijn bestempeld. Op 46 afbeeldingen zijn de twee betrokken meisjes te zien.
Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten waarbij hij de lichamelijke integriteit, gevoelens en belangen van zijn jeugdige slachtoffers tijdens een kwetsbare periode in hun (seksuele) ontwikkeling heeft geschaad. Door het downloaden van door (mogelijk) anderen vervaardigde kinderpornografische afbeeldingen en films, heeft verdachte ertoe bijgedragen dat verwerpelijke praktijken die plaatsvinden met kinderen in stand worden gehouden en bevorderd.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 15 april 2024. Daaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 16 januari 2024, waaruit volgt dat de verdachte kampt met gevoelens van eenzaamheid en onzekerheid, in het bijzonder tijdens de coronaperiode. Dit heeft geleid tot het plegen van deze delicten, aldus de reclassering. De reclassering schat het recidiverisico als laag-gemiddeld in.
Redelijke termijn
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen haar ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden.
Op 26 augustus 2021 heeft de politie de verdachte thuis bezocht, de uitlevering van de digitale gegevensdragers gevorderd en hem medegedeeld dat hij verdacht wordt van het bezit en verspreiden van kinderporno. Vanaf dat moment mocht de verdachte verwachten dat tegen hem strafvervolging zou worden ingesteld. Dit vonnis is gewezen op 28 mei 2024. De termijn tussen de twee voornoemde data bedraagt afgerond 2 jaar en 9 maanden. Daarmee is de redelijke termijn overschreden. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de hierna te vermelden op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
Straf
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting en wat in vergelijkbare gevallen doorgaans wordt opgelegd. In de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting is als uitgangspunt voor het bezit en verwerven van kinderporno een taakstraf van 240 uren en een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden vermeld. In dit geval acht de rechtbank strafverzwarend dat de verdachte zich tevens heeft schuldig gemaakt aan ontucht met twee minderjarige meisjes.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt. Hierbij merkt de rechtbank op dat gelet op het voorgaande in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meer dan slechts een paar maanden passend en geboden is. Gelet op de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn, zal de rechtbank toch een kortere onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Daarnaast is een taakstraf van de maximale duur passend en geboden.

7.De vordering van de benadeelde partij/de schadevergoedingsmaatregelen

[naam 3] heeft zich namens haar dochter, [naam 1] , als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 16.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 12.000,- aan materiële schade en € 4.000,- aan immateriële schade.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat een bedrag van € 5.000,- als vergoeding van immateriële schade naar billijkheid toewijsbaar is, gelet op toegekende immateriële schade in soortgelijke zaken.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat het verzoek om vergoeding van materiële schade en affectieschade afgewezen kan worden, nu hiervan geen sprake is.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Vordering benadeelde partij
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks immateriële schade heeft geleden door het onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten. Gelet op wat namens de benadeelde partij ter toelichting op haar vordering is aangevoerd, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 1.000,-. De rechtbank heeft voor de vaststelling van dit bedrag aansluiting gezocht bij (deels) toegewezen vorderingen in soortgelijke zaken. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van immateriële schade voor het overige afwijzen.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 27 maart 2021, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregelen
De verdachte zal voor de onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en is hij daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 27 maart 2021 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald ten behoeve van [naam 1] .
Voorts zal de verdachte voor de onder 1 en 3 bewezenverklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en is hij daarom tegenover [naam 2] aansprakelijk voor schade die door deze feiten haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 30 april 2021 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 2] .

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en maatregelen zijn gegrond op de artikelen:
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 55, 57, 240b en 247 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden/verwerven/in bezit hebben/ zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
8 (ACHT) MAANDEN;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
6 (ZES) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
drie jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering
Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag meldt. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig acht;
- zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig acht. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de
zorgverlener dat nodig vindt;
- op geen enkele wijze contact met minderjarigen via het internet zoekt. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt betrokkene dat medewerkers van Reclassering Nederland hierbij aanwezig zijn;
- vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
o het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
o het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
o het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.
Veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle.
De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een taakstraf voor de tijd van
240 (TWEEHONDERDVEERTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
120 (HONDERDTWINTIG) DAGEN;
de vordering van de benadeelde partij [naam 1] ;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij deels toe tot een bedrag van € 1.000,- en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 27 maart 2021 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 1] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij voor het overige af;
de schadevergoedingsmaatregel [naam 1] ;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 27 maart 2021 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 1] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen in zoverre doet vervallen;
de schadevergoedingsmaatregel [naam 2] ;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 30 april 2021 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 2] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.C. Berg, voorzitter,
mr. B.J. van de Griend, rechter,
mr. H.H.J. Zevenhuijzen, rechter,
in tegenwoordigheid van mrs. D.A. Goldstoff en A. Copier, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 mei 2024.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
1.
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2021 tot en met 26 augustus 2021 te [plaatsnaam 1] , gemeente [gemeente] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, een aantal afbeeldingen, te weten foto's en/of video's - en/of een gegevensdrager, te weten een Iphone XS Max, bevattende foto's en/of video's - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met een penis en/of een voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
Bestandsna(a)m(en): IMG_3861.JPG, IMG_3860.JPG, IMG_3859.JG (vindplaats p.62/63 van het dossier)
en/of
het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of
borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt Bestandsna(a)m(en): IMG_3217.MOV (vindplaats p. 62 van het dossier)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte (striptease) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past, door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling Bestandsna(a)m(en): IMG_3858.JPG, IMG_5005.JPG, IMG_3552.MP4,
IMG_3419.JPG, IMG_3423.MOV (vindplaats in dossier p. 62/64/65/66);

2.hij op of omstreeks 27 maart 2021 te [plaatsnaam 1] , gemeente [gemeente] , in elk geval in Nederland en/of te [plaatsnaam 3] in elk geval in België, met [naam 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft die [naam 1] zichzelf op verzoek van verdachte uitgekleed, (deels) naakt geposeerd en/of zichzelf aan de borsten en/of vagina betast, terwijl dit voor verdachte middels een openstaande verbinding op zijn telefoon (via Snapchat) zichtbaar was;

3.hij op of omstreeks 30 april 2021 te [plaatsnaam 1] , gemeente [gemeente] , en/of te [plaatsnaam 2] in elk geval in Nederland, met [naam 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2009, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft die [naam 2] op verzoek van verdachte haar borsten getoond, terwijl dit voor verdachte middels een openstaande verbinding op zijn telefoon (via Snapchat) zichtbaar was.