ECLI:NL:RBDHA:2024:803
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.S. Sijens
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2024, wordt het beroep van eiseres, een Syrische vrouw, tegen het niet in behandeling nemen van haar asielaanvraag beoordeeld. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 1 december 2023 afgewezen, met het argument dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat er geen aanwijzingen zijn dat de opvang en asielprocedure in Frankrijk zodanig tekortschieten dat dit een schending van artikel 3 van het EVRM zou opleveren.
De rechtbank wijst erop dat de Europese Unie gezamenlijke regels heeft voor de behandeling van asielaanvragen, en dat Nederland op 31 juli 2023 een verzoek om overname aan Frankrijk heeft gedaan. Frankrijk heeft hierop niet tijdig gereageerd, maar heeft op 2 oktober 2023 alsnog een akkoord gestuurd. Eiseres heeft aangevoerd dat de Staatssecretaris ten onrechte het interstatelijk vertrouwensbeginsel toepast en dat zij medische klachten heeft die niet voldoende zijn meegewogen. De rechtbank concludeert echter dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar situatie in Frankrijk zo ernstig is dat dit een reden zou zijn om de asielaanvraag in Nederland te behandelen.
De rechtbank benadrukt dat eiseres zelf verantwoordelijk is voor het indienen van een asielverzoek in Frankrijk en dat er geen bewijs is dat zij geen toegang heeft tot de benodigde hulp. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de Staatssecretaris de asielaanvraag van eiseres terecht niet in behandeling heeft genomen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en zal worden overgedragen aan Frankrijk.