ECLI:NL:RBDHA:2024:8014
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft eiser, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 23 maart 2023 ingediend, en volgens de nieuwe regelgeving, WBV 2023/3, zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden verlengd. Eiser betwistte de geldigheid van deze verlenging en stelde dat hij verweerder niet prematuur in gebreke had gesteld.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de beslistermijn in de zaak van eiser inderdaad met negen maanden is verlengd, waardoor verweerder tot uiterlijk 23 juni 2024 de tijd heeft om op de aanvraag te beslissen. De ingebrekestelling van eiser op 14 november 2023 was te vroeg, waardoor niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, en is op 15 mei 2024 openbaar gemaakt.