ECLI:NL:RBDHA:2024:80
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling stelling van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een antenne-installatie
In deze zaak heeft eiser op 10 januari 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een antenne-installatie op het dak van zijn woning in Den Haag. Het college van burgemeester en wethouders heeft deze aanvraag op 17 maart 2021 buiten behandeling gesteld, omdat eiser niet alle benodigde gegevens had ingeleverd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op 19 december 2023 de zaak behandeld. Eiser heeft aangevoerd dat hij betalingsonmacht heeft en dat hij niet in staat is om het griffierecht te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij het griffierecht niet kan betalen, en heeft daarom besloten om geen griffierecht te heffen.
De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of het college terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld. Het college had eiser in brieven van 15 en 16 februari 2021 duidelijk geïnformeerd over de ontbrekende gegevens die noodzakelijk waren voor de beoordeling van de aanvraag. De rechtbank concludeert dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen, omdat eiser niet alle gevraagde gegevens had overgelegd. Eiser heeft ook aangevoerd dat de digitale hoorzitting in de bezwaarfase onterecht was, maar de rechtbank oordeelt dat het college vrij was om deze keuze te maken in het kader van de coronamaatregelen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser heeft ook een verzoek om schadevergoeding ingediend wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar dit verzoek is buiten behandeling gelaten omdat het te laat was ingediend. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk en is openbaar uitgesproken op 30 januari 2024.