Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De feiten
Automatic Number Plate Recognition(ANPR) kentekengegevens van passerende voertuigen vast te leggen voor een periode van vier weken. Artikel 126jj Sv luidt als volgt:
3.Het geschil
‘end-to-end safeguards’doorstaat, nut en noodzaak van het artikel niet zijn bewezen, er minder vergaande alternatieven zijn (opvragen camerabeelden bij derden) en de regeling geen adequate maatregelen tegen misbruik bevat.
4.De beoordeling
inmengingin een grondrecht is alleen nog geen
schendingvan dat grondrecht. De grondrechten van artikel 8 EVRM zijn namelijk niet absoluut: onder omstandigheden moeten burgers bepaalde vormen van inmenging in hun grondrechten dulden.
pressing social need) en proportioneel is om het beoogde doel te bereiken. [4] Lidstaten hebben daarbij een beoordelingsmarge, wat betekent dat de Staat binnen de kaders van het EVRM ruimte heeft om eigen (rechts)politieke keuzes te maken.
the fair balance that has to be struck between the competing interests of the individual and of the community as a whole, subject in any event to the margin of appreciation enjoyed by the State”. [6]
‘end-to-end safeguards’uit de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaken
Big Brother Watch e.a. /Verenigd Koninkrijken
Centrum för rättvisa/Zweden. [12] Deze rechtspraak ziet op bulkinterceptie van telecommunicatie. Daarvan is in deze zaak geen sprake. De vergelijking met bulkinterceptie van telecommunicatie gaat ook niet op, aangezien de inmenging op de persoonlijke levenssfeer in dergelijke gevallen vele malen groter is dan bij het vastleggen en bewaren van kentekengegevens.
Prokuratuur-zaak. [15] De rechtbank volgt Privacy First daarin niet.
Prokuratuur-arrest heeft het Hof in het licht van Richtlijn 2022/58/EG (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie [16] ) geoordeeld dat een voorafgaande rechterlijke toetsing of toetsing door een onafhankelijke bestuurlijke entiteit is vereist in de specifieke situatie dat opsporingsinstanties toegang vorderen tot elektronische verkeers- en locatiegegevens die door een communicatiedienst worden bewaard. Voornoemde richtlijn is niet van toepassing op de verzameling van kentekengegevens, omdat dit geen verwerking van persoonsgegevens in de sector elektronische communicatie betreft. [17] De vergelijking met het
Prokuratuur-arrest gaat ook niet op vanwege het verschil in de aard en gevoeligheid van de gegevens. Zoals hiervoor in 4.30 is overwogen, leveren de in het kader van artikel 126jj Sv verzamelde kentekengegevens geen nauwkeurig beeld op van iemands persoonlijk leven. Het verlenen van toegang tot verzamelde kentekengegevens veroorzaakt daarom niet een ernstige inmenging in het recht op bescherming van het privéleven. Daarom kan niet worden aangenomen dat voorafgaande rechterlijke toetsing of toetsing door een onafhankelijke bestuurlijke entiteit is vereist voor de inzet van de 126jj Sv-bevoegdheid.
- de status van de originele digitale foto’s [de rechtbank begrijpt: de vraag wat de Staat doet met de originele en onbewerkte digitale foto’s en de informatie die daaruit is af te leiden] en de bewerkingen van de foto’s voor opslag niet geregeld is en dat de foto veel meer gegevens bevat dan de kenteken- en locatiegegevens;
- er geen enkele controle is op de vernietiging van de opgeslagen data na vier weken;
- het cameraplan op enkele punten niet voldoet aan de eisen van artikel 2 lid 2 van het Besluit;
- er geen onafhankelijke evaluatie van de regeling van artikel 126jj Sv heeft plaatsgevonden.