ECLI:NL:RBDHA:2024:7690
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom en boete voor onvergunde onzelfstandige bewoning door meer dan twee personen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 maart 2024, worden de beroepen van eiseres tegen een last onder dwangsom en een boete voor onvergunde onzelfstandige bewoning door meer dan twee personen beoordeeld. Eiseres, eigenaar van een woning aan [adres] in [plaats], had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, die op 22 mei 2023 waren genomen. De rechtbank heeft de beroepen op 27 februari 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde, alsook de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de Haagse Pandbrigade bij inspectie van de woning had vastgesteld dat er meer dan drie personen in de woning verbleven, wat in strijd is met de Huisvestingswet. Eiseres betoogde dat de vier aanwezige personen familie van elkaar waren en gezamenlijk een huishouden voerden, maar de rechtbank concludeert dat dit niet het geval was. De verklaring van een van de bewoners, dat de anderen tijdelijk bij haar verbleven, ondersteunt de conclusie dat er geen duurzaam gemeenschappelijk huishouden was.
De rechtbank oordeelt verder dat eiseres terecht als overtreder is aangemerkt, omdat zij de woning had verhuurd aan de vier bewoners. De opgelegde boete van € 10.000,- wordt als evenredig beschouwd, gezien het feit dat eiseres meerdere woningen verhuurt en er geen bijzondere omstandigheden zijn die tot een vermindering van de boete zouden leiden. De beroepen van eiseres worden ongegrond verklaard, wat betekent dat de last onder dwangsom en de boete in stand blijven.