Op 7 februari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, een B.V. gevestigd in [vestigingsplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De zaak betreft een beroep tegen een besluit van verweerder, waarbij aan eiseres een last onder dwangsom en een bestuurlijke boete was opgelegd wegens overtredingen van de Huisvestingswet en het Bouwbesluit. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van verweerder, die voortvloeiden uit inspecties van de Haagse Pandbrigade. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende zorgvuldig had vastgesteld dat de in de woning aangetroffen personen daar hun hoofdverblijf hadden en dat zij geen duurzaam gemeenschappelijke huishouding voerden. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift van eiseres. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en het griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.