ECLI:NL:RBDHA:2024:7400
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door tijdige beslissing van de Staatssecretaris
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser, die van mening is dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling. Eiser heeft zijn aanvraag op 14 juni 2023 ingediend, en volgens de nieuwe regelgeving, WBV 2023/3, zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden verlengd. Eiser betwist dat de verlenging van toepassing is op zijn situatie, maar de rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris voldoende heeft aangetoond dat de verlenging geldig is. Hierdoor is de ingebrekestelling van eiser, die op 22 januari 2024 is ingediend, te vroeg gedaan. De rechtbank concludeert dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen, en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 1 mei 2024.