ECLI:NL:RBDHA:2024:7269
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep niet-tijdig beslissen op een asielaanvraag; niet-ontvankelijkheid van het beroep
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 7 maart 2024, is het beroep van eiser, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling.
De rechtbank heeft overwogen dat sinds 27 januari 2023 het besluit met kenmerk WBV 2023/3 van kracht is, wat de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden heeft verlengd. Eiser betwistte de geldigheid van deze verlenging en stelde dat verweerder niet prematuur in gebreke was gesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de beslistermijn in het geval van eiser inderdaad met negen maanden is verlengd, waardoor de ingebrekestelling van 10 oktober 2023 te vroeg was ingediend.
De rechtbank concludeert dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder, zoals bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf in aanwezigheid van griffier N. Khalloufi en is openbaar gemaakt op 7 maart 2024.