ECLI:NL:RBDHA:2024:7180
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zitting nodig was, omdat partijen daarmee instemden. Eiser heeft zijn beroep gebaseerd op de stelling dat de beslistermijn onrechtmatig is verlengd door verweerder met WBV 2022/22, maar de rechtbank oordeelt dat de asielaanvraag van eiser onder WBV 2023/3 valt, die op 27 januari 2023 in werking is getreden. De rechtbank concludeert dat de beslistermijn met negen maanden is verlengd, waardoor de ingebrekestelling van eiser te vroeg was ingediend. Dit leidt tot de conclusie dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 2 april 2024.