ECLI:NL:RBDHA:2024:7123
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 1 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep dat door eiser is ingediend tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, maar verweerder had niet tijdig op deze aanvraag beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder behandeling op een zitting.
De rechtbank heeft overwogen dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen. Eiser betwistte dat de beslistermijn geldig was verlengd door het besluit WBV 2023/3, dat de beslistermijnen voor asielaanvragen verlengt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de WBV 2023/3 van toepassing was op de asielaanvraag van eiser, die op 16 juni 2023 was ingediend. Hierdoor was de beslistermijn met negen maanden verlengd, en moest verweerder uiterlijk op 16 september 2024 beslissen.
Omdat de ingebrekestelling van eiser op 21 december 2023 te vroeg was ingediend, heeft de rechtbank geoordeeld dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 mei 2024.