In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een zelfstandig letselschadebehandelaar, aangeduid als eiseres, en Klaverblad Schadeverzekeringsmaatschappij N.V. De eiseres vorderde de verwijdering van haar persoonsgegevens uit diverse registers, waaronder het Externe Verwijzingsregister (EVR) en het Incidentenregister, na beschuldigingen van fraude door Klaverblad. De eiseres had in 2023 gesolliciteerd naar een functie bij Klaverblad en tijdens het sollicitatieproces een integriteitsverklaring ingevuld, waarin zij relevante informatie over haar verleden had verzwegen. Klaverblad ontdekte later dat er meerdere frauderegistraties op naam van de eiseres stonden en beëindigde de overeenkomst met haar. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiseres opzettelijk informatie had verzwegen die van belang was voor Klaverblad bij de beoordeling van haar integriteit. De rechter concludeerde dat de registratie van de persoonsgegevens van de eiseres in het EVR en het Incidentenregister gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de verzwijging en het belang van integriteit in de verzekeringsbranche. De vorderingen van de eiseres werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.