In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Pakistaanse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 16 september 2021 een aanvraag ingediend, die op 6 december 2022 werd afgewezen als ongegrond. Eiser heeft zijn asielaanvraag onderbouwd met een iMMO-rapport, dat volgens hem onvoldoende is betrokken bij de besluitvorming. De rechtbank heeft op 1 november 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk. Eiser stelt dat hij vanaf zijn zevende is opgevoed in een madrassa waar Jihad-strijders werden opgeleid en dat hij ernstig is mishandeld omdat hij weigerde deel te nemen aan de trainingen. De rechtbank oordeelt dat verweerder het iMMO-rapport onvoldoende zorgvuldig heeft betrokken bij de besluitvorming en dat er een motiverings- en zorgvuldigheidsgebrek is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Eiser krijgt een vergoeding van zijn proceskosten en de kosten van het iMMO-rapport worden ook vergoed.