ECLI:NL:RBDHA:2024:6694

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
NL24.13041
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Indiase eiser afgewezen wegens niet-ontvankelijkheid door gebrek aan contact met gemachtigde

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, geboren in 2002 en van Indiase nationaliteit, diende op 15 februari 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in. Deze aanvraag werd op 1 maart 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als ongegrond. De rechtbank behandelde het beroep op 11 april 2024, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. Verweerder was wel vertegenwoordigd.

Eiser stelt dat hij vervolgd wordt vanwege zijn deelname aan boerenprotesten in India, waar zijn vader, een districtsleider van de boerenunion, tijdens een protest is gedood. Eiser heeft ondergedoken gezeten en is op de vlucht geslagen. De rechtbank oordeelt dat, hoewel de identiteit en herkomst van eiser geloofwaardig zijn, de vrees voor vervolging niet voldoende is onderbouwd. Verweerder heeft de afwijzing gemotiveerd door te stellen dat eiser niet onder de uitzonderingscategorieën valt die India als veilig land van herkomst aanwijzen.

Op 9 april 2024 meldde verweerder dat eiser met onbekende bestemming uit de opvang was vertrokken. De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft bij zijn beroep, aangezien zijn gemachtigde op 11 april 2024 aangaf geen contact met eiser te hebben en diens verblijfplaats onbekend is. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en zijn er geen gronden voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.13041

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], V-nummer: [v-nummer], eiser

(gemachtigde: mr. J.E. Groenenberg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Franca).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser is geboren op [geboortedag] 2002 en heeft de Indiase nationaliteit. Hij heeft op 15 februari 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 1 maart 2024 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 11 april 2024 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde waren hierbij, met bericht vooraf, niet aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Zijn vader was leider van de boeren union in zijn district. In 2018/2019 zijn de boeren begonnen met protesteren tegen nieuwe wetten van de overheid. Tijdens één van deze protesten is eisers vader gedood. In 2020/2021 heeft eiser zelf ook deelgenomen aan boerenprotesten. De politie heeft deze protesten hardhandig neergeslagen en eiser is vervolgens op de vlucht geslagen en heeft ondergedoken gezeten in verschillende tempels totdat hij India heeft verlaten. De Indiase autoriteiten zijn op zoek naar eiser vanwege zijn deelname aan de protesten en daarnaast staat eiser sneller in de negatieve aandacht van de autoriteiten omdat hij Sikh is.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • vervolging vanwege de rol van eisers vader en eisers deelname aan boerenprotesten;
  • etniciteit Punjabi en geloofsovertuiging Sikh en daardoor ondervonden discriminatie.
Verweerder heeft eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig gevonden. Hoewel verweerder wel geloofwaardig heeft gevonden dat eisers vader districtsleider was van de boeren union en is neergeschoten tijdens een protest, heeft verweerder ongeloofwaardig gevonden dat eiser wordt vervolgd vanwege deze rol van zijn vader en zijn eigen deelname aan boerenprotesten. Eisers verklaringen dat hij als Punjabi en Sikh te maken heeft gehad met discriminatie, worden door verweerder gevolgd. Deze discriminatie gaat echter niet zover dat eiser niet kan functioneren binnen de Indiase maatschappij en daarom als vluchteling moet worden aangemerkt.
Wat vindt eiser in beroep?
4. Ten eerste heeft verweerder ondeugdelijk gemotiveerd waarom eiser niet onder één van de uitzonderingscategorieën valt die zijn opgenomen bij de aanwijzing van India als veilig land van herkomst. Eiser is een Sikh, heeft deelgenomen aan boerenprotesten en heeft hierdoor problemen ondervonden. Ten tweede kan eiser niet veilig terugkeren naar India vanwege zijn deelname aan de boerenprotesten. Bij de protesten zijn gezichtsherkenningstechnologie en drones ingezet. [1] Eiser staat daarbij ook persoonlijk in de negatieve aandacht van de autoriteiten, wat hem onderscheidt van andere demonstranten, vanwege de activiteiten en de dood van zijn vader.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of eiser nog procesbelang heeft bij zijn beroep. Op 9 april 2024 heeft verweerder aan de rechtbank laten weten dat eiser met onbekende bestemming uit de opvang is vertrokken. Uit vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechter volgt dat er in dat geval in beginsel vanuit gegaan mag worden dat de vreemdeling niet langer prijs stelt op de door hem gezochte bescherming. [2] Dit is alleen anders wanneer de vreemdeling laat weten dat hij contact onderhoudt met zijn gemachtigde. Dit impliceert dat de gemachtigde weet dat een vreemdeling nog in Nederland verblijft, waar hij verblijft en met de vreemdeling contact heeft over de verdere voortgang van de procedure.
5.1.
Eisers gemachtigde heeft op 11 april 2024 de rechtbank laten weten dat hij momenteel geen contact heeft met eiser en dat eisers huidige woon- of verblijfplaats niet bij hem bekend is. Hieruit leidt de rechtbank af dat eiser geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland en daarom geen procesbelang heeft bij de behandeling van zijn beroep.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit blijkt uit door eiser overgelegde brief van Vluchtelingenwerk van 22 februari 2024 waarin onder andere is verwezen naar een artikel van de Financial Times van 28 januari 2021 (‘Indian police use facial recognition in search for farmer protesters’) en een mensenrechtenrapport van Freedom House van 13 januari 2022.
2.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579.