ECLI:NL:RBDHA:2024:6643

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
NL24.5764
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, die optreedt namens haar minderjarige zoon, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Duitsland volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 12 maart 2024, waarbij verzoekster niet aanwezig was, maar de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in een gerelateerde zaak (NL24.5763), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 maart 2024 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.5764
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , mede namens haar minderjarige zoon

[minderjarige], V-nummer: [V-nummer] , hierna te noemen: verzoekster
(gemachtigde: mr. A. de Haan), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. de Jong).

Procesverloop

Bij besluit van 13 februari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.5763, op 12 maart 2024 op zitting behandeld. Verzoekster is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.5763, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
15 maart 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.