Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , V-nummer: [V-nr.] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van 6 november 2023 op zijn asielaanvraag. Eiser, van Nigeriaanse nationaliteit, heeft op 24 december 2018 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de staatssecretaris als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 1 maart 2024 behandeld in Breda, waar beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank heeft de uitspraak aanvankelijk binnen vier weken beloofd, maar deze termijn niet gehaald en partijen later geïnformeerd dat de uitspraak vier weken later zou volgen.
De rechtbank heeft de rechtmatigheid van het bestreden besluit beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser heeft aangevoerd dat hij vreest voor vervolging bij terugkeer naar Nigeria vanwege beschuldigingen van stemfraude en geweld. De staatssecretaris heeft echter geconcludeerd dat er geen geloofwaardige onderbouwing is voor deze vrees, aangezien eiser niet heeft aangetoond dat hij in de negatieve belangstelling van de Nigeriaanse autoriteiten staat.
De rechtbank verklaart het beroep deels gegrond en deels ongegrond. Het beroep is ongegrond voor de afwijzing van de asielaanvraag, maar gegrond voor de vertrektermijn en het inreisverbod. De rechtbank vernietigt het deel van het besluit dat de vertrektermijn en het inreisverbod betreft, en stelt een vertrektermijn van vier weken vast. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.750,- van de staatssecretaris. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.