Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[naam 1] , te [woonplaats 3] ,
[naam 2], te [woonplaats 2] ,
[naam 3], te [woonplaats 2] ,
STICHTING SCHONE POLDER, te Walsoorden,
1.Kern van de zaak
2.De procedure
3.De feiten
Eisers
raaienhet grondwater en oppervlaktewater in de directe omgeving van de dijk kan worden gemonitord. De meest recente metingen van 2022 zijn in drie rondes gedaan (Deltares, Monitoring [gebied 1] , Jaarrapportage 2022). Ook worden de waterstanden gemeten om vast te kunnen stellen of de TGG in de dijk onder water komt te staan.
- a) onmiddellijke maatregelen te nemen om het directe contact van de dijk met het omliggende gebied te beperken;
- b) de drie dijkgedeelten waar TGG is toegepast te verwijderen;
- c) de verontreiniging van de bodem en het oppervlaktewater met stoffen die uit de toegepaste TGG zijn uitgeloogd te saneren.
- het Rapport van Edelman;
- Milieurendementsonderzoek TGG [gebied 1] van RHK van 28 april 2022;
- Het Plan van aanpak van de Staat 30 juni 2022;
- Monitoring [gebied 1] Jaarrapportage 2022 van Deltares van 1 november 2023 met de meest recente rapportage over de monitoring.
Monitoring [gebied 1] Jaarrapportage 2022van Deltares. Hierin staat onder meer:
4.Het geschil
5.De beoordeling
Eigen belangen? De Stichting is niet-ontvankelijk in haar vorderingen
7 juni 2023. De Afdeling heeft het handhavingsverzoek alsnog afgewezen. Daarbij heeft de Afdeling overwogen dat de Staat de artikelen 13 Wbb en 7 Bbk niet heeft overtreden, omdat hij niet redelijkerwijs had kunnen weten dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor een oppervlaktewaterlichaam zouden ontstaan of zouden kunnen ontstaan. De Staat is daarmee geen normadressaat van de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 13 Wbb en
nietgebaseerd op schending van de zorgplichten uit de Wbb en Bbk en/of wetenschap van de Staat), 6:174 en 5:37 BW kan toewijzen en of de Staat schadeplichtig is althans gehouden is om (aanvullende) maatregelen te nemen om schade bij eisers 1, 2 en 3 te voorkomen (vorderingen I. a. en onder 3 ten dele en I.b). De rechtbank zal hierna eerst het beroep van eisers 1, 2 en 3 op artikel 6:174 BW beoordelen, en daarna ingaan op artikel 6:162 en 5:37 BW.
Wilnis).
- voor een monitoringprogramma geldt als voorwaarde dat voldoende zekerheid bestaat over de mogelijke verspreidingsroutes van de verontreinigende stoffen vanuit de bron van verontreiniging. De monitoring moet immers op het juiste pad plaatsvinden, ruim voordat de verontreinigde stoffen het kwetsbare object zoals de zoetwaterbel bereiken;
- niet is aangetoond dat de kwelsloot- of kwelvoorziening het merendeel van het verontreinigde grondwater opvangt en werkt als een waterdichte afscheiding naar de achterliggende percelen van eisers;
- uit de metingen van Deltares volgt dat verontreinigingen ook in en voorbij de kwelsloot zijn aangetroffen;
- ter zitting heeft eiser 3 nog nader toegelicht dat bij hoogwater verontreinigd oppervlaktewater uit de kwelsloot terugstroomt naar de agrarische gronden van eisers 2 en 3;
- de grasbedekking van de dijken is van slechte kwaliteit.