Uitspraak
Voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv dan wel 1:253a BW en bodemprocedure
Beschikking op de op 8 januari 2024 ingekomen verzoeken van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
[de partner van de vader] ,
[de echtgenoot moeder] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het F9-formulier van 12 januari 2024 van de zijde van de vader met bijlage;
gecombineerdbehandeld. Hierbij zijn verschenen: de ouders met hun advocaten, de informanten en E. Garcia namens de Raad voor de Kinderbescherming
.
beide proceduresde volgende stukken ontvangen:
- het F9-formulier van 15 maart 2024 van de zijde van de vader;
- het F9-formulier van 21 maart 2024 van de zijde van de vader;
- het F9-formulier van 25 maart 2024 van de zijde van de moeder.
Feiten
- de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder bepaald;
- bepaald dat de kinderen bij de vader zullen zijn:
- een door de vader met ingang van 31 juli 2018 te betalen kinderalimentatie aan de moeder van € 218,-- per maand per kind bepaald.
- in het lichaam overwogen:
- in de oneven weken van woensdag uit school tot vrijdag naar school;
- in de even weken van woensdag uit school tot maandag naar school.
- “
- Omdat de zorgregeling tussen de vader en [kind 1] al is uitgebreid en hiermee tegemoet is gekomen aan de wens van [kind 1] , ziet de rechtbank in deze procedure geen aanleiding om de zorgregeling ambtshalve (opnieuw) te wijzigen.
- Beide ouders zijn het erover eens dat het niet de bedoeling is dat deze situatie(waar in [kind 1] bij de vader verblijft)
wordt bestendigd, maar het is de ouders op de zitting – ook niet met het behulp van de bijzondere curator en de Raad – niet gelukt om afspraken te maken over het contactherstel tussen de moeder en [kind 1] . De rechtbank spreekt hierbij nogmaals de hoop uit dat het contact tussen de moeder en [kind 1] snel wordt hersteld.
Verzoek en verweer
Beoordeling
kanop grond van artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden beëindigd als er gewijzigde omstandigheden zijn sinds de aanvang van het gezamenlijk gezag of als bij de beslissing tot gezamenlijk gezag van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Als één van deze gevallen zich voordoet, zal vervolgens beoordeeld moeten worden of er reden is voor beëindiging van het gezamenlijk ouderlijk gezag. Daarbij moet de rechtbank de criteria genoemd in artikel 1:251a BW toepassen en de vraag beantwoorden of er een onaanvaardbaar risico is dat een kind klem of verloren dreigt te raken tussen de ouders en dat niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zal komen, dan wel of wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is. Doet dit zich voor dan bepaalt de rechtbank aan wie van de ouders voortaan het gezag over de minderjarige(n) toekomt.
Beslissing
- herfstvakantie: in de even jaren zijn de kinderen bij de vader, in de oneven jaren zijn de kinderen bij de moeder;
- kerstvakantie: in de even jaren zijn de kinderen de eerste week bij de vader (inclusief alle in die week vallende kerstdagen), en de tweede week bij de moeder (inclusief Oudejaarsdag en Nieuwjaarsdag). In de oneven jaren zijn de kinderen de eerste week bij de moeder (inclusief alle in die week vallende kerstdagen) en de tweede week bij de vader (inclusief Oudejaarsdag en Nieuwjaarsdag);
- voorjaars/krokusvakantie: in de even jaren zijn de kinderen bij de vader, in de oneven jaren zijn de kinderen bij de moeder;
- meivakantie: de kinderen verblijven in de even week bij de vader en in de oneven week bij de moeder;
- zomervakantie: de zes weken worden verdeeld in ieder drie weken de zorg voor de kinderen. Indien de zomervakantie aanvangt in een even week (de eerste maandag van de vakantie) zijn de kinderen de eerste drie weken bij de vader en de tweede drie weken bij de moeder. Indien de vakantie aanvangt in een oneven week zijn de kinderen de eerste drie weken bij de moeder en de tweede drie weken van de vakantie bij de vader;
- Pasen, Pinksteren, Koningsdag, Bevrijdingsdag en Hemelvaart, Moederdag, Vaderdag, verjaardagen ouders, verjaardagen kinderen, studiedagen dan wel andere bijzondere (feest)dagen: conform de reguliere zorgregeling dan wel volgens de vakantieregeling indien een van deze dagen in een vakantie vallen;
- de vakanties vangen aan op maandag 10.00 uur en eindigen op de eerste schooldag na deze vakantie om 08:30 uur (naar school) of bij tweewekelijkse vakanties op maandag 10.00 uur waarbij geldt dat:
nietverblijven;