In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de politiechef van eenheid Den Haag beoordeeld. Eiser had een verzoek ingediend tot vernietiging en rectificatie van politiegegevens die over hem zouden zijn verwerkt. Het besluit van de politiechef, gedateerd 10 januari 2023, wees dit verzoek gedeeltelijk toe, maar weigerde de vernietiging van de gegevens. Eiser stelde dat hij belanghebbende was bij het verzoek van de indiener, omdat de politiegegevens over hem gingen. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 18 december 2023 en opnieuw op 4 april 2024, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Tijdens de eerste zitting heeft eiser de rechter gewraakt, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank concludeert dat eiser geen belanghebbende is bij het besluit, omdat de gegevens niet over hem, maar over de indiener gaan. De rechtbank wijst erop dat eiser een verzoek tot correctie of vernietiging van zijn eigen gegevens kan indienen. Uiteindelijk wordt het beroep ongegrond verklaard, en krijgt eiser geen griffierecht of proceskosten vergoed.