ECLI:NL:RBDHA:2024:6277
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen opgelegde Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer na snelheidsovertreding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 april 2024 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de opgelegde Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) door de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser, die een snelheidsovertreding heeft begaan van 161 km/uur op een weg waar maximaal 100 km/uur is toegestaan, heeft in zijn beroep persoonlijke omstandigheden aangevoerd die volgens hem aanleiding zouden moeten geven om van de EMG af te zien. Hij heeft 23 jaar zijn rijbewijs zonder eerdere invordering en rijdt voor zijn werk meer dan 1.000 kilometer per week. Eiser stelt dat de kosten van de EMG hoog zijn en dat hij door de cursusdagen inkomsten misloopt.
De rechtbank heeft de zaak op 26 maart 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht de EMG heeft opgelegd, aangezien eiser de maximumsnelheid met meer dan 60 km/uur heeft overschreden. De rechtbank stelt vast dat de persoonlijke omstandigheden van eiser niet voldoende uitzonderlijk zijn om van de regelgeving af te wijken. De verplichting tot het volgen van de EMG is gericht op het bevorderen van de verkeersveiligheid en de kosten zijn niet bestraffend van aard. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om terugbetaling van het griffierecht af.