ECLI:NL:RBDHA:2024:5959

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
23 april 2024
Zaaknummer
930212822
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak met betrekking tot verkeersovertredingen en drugsgebruik

Op 22 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2003 in Syrië, die wordt beschuldigd van verschillende verkeersovertredingen, waaronder rijden onder invloed van drugs en het veroorzaken van een verkeersongeval. De rechtbank heeft het onderzoek heropend om de verdachte de gelegenheid te geven zich bij te laten staan door een advocaat. Dit besluit is genomen na observatie van de verdachte tijdens de zittingen, waaruit bleek dat hij moeite had om zijn verdediging te voeren, vooral na het horen van de eis van de officier van justitie, mr. J. Roosma, die een gevangenisstraf van 36 maanden had geëist. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de jonge leeftijd van de verdachte en het feit dat de Nederlandse taal niet zijn moedertaal is. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te schorsen en zal op een later tijdstip een nieuwe zitting plannen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/302128-22
Datum uitspraak: 22 april 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende tussenvonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2003 te [geboorteplaats] (Syrië),
BRP-adres: [adres] , [postcode] te [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 1 december 2023 (pro forma) en 8 april 2024 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J. Roosma en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het hem onder 1 primair en 2 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, alsmede een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van vier jaren.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 8 april 2024 - ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 19 april 2022 te Hazerswoude-Dorp, gemeente Alphen aan den Rijn, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (auto), daarmede rijdende over de weg, (de Provincialeweg N209), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, als volgt te handelen:
hij, verdachte aldaar,
- heeft gereden terwijl hij een hoeveelheid drugs en/of lachgas had gebruikt en/of (vervolgens)
- niet, althans niet bij voortduring, het verloop van de rijbaan heeft gevolgd en/of is blijven volgen, immers is hij met zijn motorrijtuig met het/de rechter wiel(en) in de berm terecht gekomen en/of (vervolgens) met het/de linker wiel(en) en/of
- tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat, te weten een mobiele telefoon, vast heeft gehouden en/of zijn aandacht bij die mobiele telefoon heeft gehouden en/of
- onvoldoende aandacht heeft gehad voor het overige verkeer en/of
- de controle over zijn motorrijtuig heeft verloren en/of (vervolgens)
- in een slip is geraakt waardoor hij op de rijbaan voor het tegemoetkomend verkeer terecht is gekomen tengevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig in botsing is gekomen met een hem tegemoetkomende auto (Peugeot) met als bestuurder [naam 1] , waardoor een ander te weten
- een passagier in zijn, verdachtes motorrijtuig (genaamd [naam 2] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een lichte hersenschudding en/of een nekwervelfractuur en/of een ribfractuur en/of een hartkneuzing,
en/of
-
[naam 3] , zwaar lichamelijk letsel ofzodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
te weten een kneuzing van de rechter heup met avulsiefractuur van de rechter musculus rectus femoris (een rechter bovenbeenspier),terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, danwel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van genoemde wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 april 2022 te Hazerswoude-Dorp, gemeente Alphen aan den Rijn als bestuurder van een voertuig (auto), daarmee rijdende op de weg, de provincialeweg N209, als volgt heeft gehandeld:
hij, verdachte aldaar,
- heeft gereden terwijl hij een hoeveelheid drugs en/of lachgas had gebruikt en/of (vervolgens)
- niet, althans niet bij voortduring, het verloop van de rijbaan heeft gevolgd en/of is blijven volgen, immers is hij met zijn motorrijtuig met het/de rechter wiel(en) in de berm terecht gekomen en/of (vervolgens) met het/de linker wiel(en) en/of
- tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat, te weten een mobiele telefoon, vast heeft gehouden en/of zijn aandacht bij die mobiele telefoon heeft gehouden en/of
- onvoldoende aandacht heeft gehad voor het (overige) verkeer en/of
- de controle over zijn motorrijtuig heeft verloren en/of (vervolgens)
- in een slip is geraakt waardoor hij op de rijbaan voor het tegemoetkomend verkeer terecht is gekomen tengevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig in botsing is gekomen met een hem tegemoetkomende auto (Peugeot) met als bestuurder [naam 1] , waardoor een ander te weten [naam 2]
en/of [naam 3]letsel heeft bekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
2.
hij op of omstreeks 19 april 2022 te Hazerswoude-Dorp, gemeente Alphen aan den Rijn een voertuig, te weten een auto, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegensverkeerswet 1994, te weten MDMA en/of MDA en/of groep Amfetamine-achtigen, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 224 mg MDMA per liter bloed en/of 32 mg MDA per liter bloed en/of 256 mg Amfetamine per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde.

3.Heropening en schorsing van het onderzoek ter terechtzitting

De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek heropend moet worden om de verdachte (alsnog) in de gelegenheid te stellen zich te doen bijstaan door een advocaat. Daartoe zijn de navolgende omstandigheden – in onderlinge samenhang bezien – redengevend geweest.
De rechtbank stelt voorop dat sprake is van een verdenking van ernstige feiten, waarbij ten aanzien van feit 1 sprake is van een ingewikkeld (juridisch) feitencomplex. Voorts heeft de rechtbank ter terechtzitting waargenomen dat de verdachte – in het bijzonder bij en na het aanhoren van de eis van de officier van justitie – is dichtgeslagen, waardoor hij in het geheel niet in staat is geweest naar aanleiding van die eis een standpunt te formuleren of op andere wijze zijn verdediging te voeren. Wel heeft de verdachte nog bevestigend geantwoord op de vraag van de voorzitter of hij zich door een advocaat had willen laten bijstaan als hij had geweten wat voor straffen voor dergelijke feiten worden geëist. De rechtbank neemt voorts in aanmerking de nog jonge leeftijd van de verdachte en de omstandigheid dat de verdachte ter terechtzitting ook niet op andere wijze door anderen werd ondersteund. Bij de beslissing van de rechtbank heeft ook een rol gespeeld dat de Nederlandse taal niet de moedertaal van de verdachte is en dat de verdachte – in andere bewoordingen – ter terechtzitting heeft verklaard moeite te hebben om de finesses van de zaak te begrijpen. Gelet op de voorgaande omstandigheden acht de rechtbank het in deze uitzonderlijke situatie noodzakelijk dat de zaak wordt heropend en geschorst, zodat de verdachte zich door een advocaat kan laten bijstaan.

4.Beslissing

De rechtbank:
- heropent en schorst het onderzoek en beveelt dat het onderzoek zal worden hervat op een nader te bepalen terechtzitting;
  • beveelt de oproeping van de verdachte, tegen het tijdstip van een nader te bepalen terechtzitting, met verstrekking van een afschrift van die oproeping aan de raadsman/raadsvrouw van de verdachte;
  • beveelt de kennisgeving van die nader te bepalen terechtzitting aan de slachtoffers [naam 1] en [naam 3] .
Dit tussenvonnis is gewezen door
mr. F.A.M. Veraart, voorzitter,
mr. B.J. van de Griend, rechter,
mr. H.C.L. Vreugdenhil, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. S.C.S. Ramlal, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 april 2024.