2.De tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 8 april 2024 - ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 19 april 2022 te Hazerswoude-Dorp, gemeente Alphen aan den Rijn, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (auto), daarmede rijdende over de weg, (de Provincialeweg N209), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, als volgt te handelen:
hij, verdachte aldaar,
- heeft gereden terwijl hij een hoeveelheid drugs en/of lachgas had gebruikt en/of (vervolgens)
- niet, althans niet bij voortduring, het verloop van de rijbaan heeft gevolgd en/of is blijven volgen, immers is hij met zijn motorrijtuig met het/de rechter wiel(en) in de berm terecht gekomen en/of (vervolgens) met het/de linker wiel(en) en/of
- tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat, te weten een mobiele telefoon, vast heeft gehouden en/of zijn aandacht bij die mobiele telefoon heeft gehouden en/of
- onvoldoende aandacht heeft gehad voor het overige verkeer en/of
- de controle over zijn motorrijtuig heeft verloren en/of (vervolgens)
- in een slip is geraakt waardoor hij op de rijbaan voor het tegemoetkomend verkeer terecht is gekomen tengevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig in botsing is gekomen met een hem tegemoetkomende auto (Peugeot) met als bestuurder [naam 1] , waardoor een ander te weten
- een passagier in zijn, verdachtes motorrijtuig (genaamd [naam 2] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een lichte hersenschudding en/of een nekwervelfractuur en/of een ribfractuur en/of een hartkneuzing,
en/of
-
[naam 3] , zwaar lichamelijk letsel ofzodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
te weten een kneuzing van de rechter heup met avulsiefractuur van de rechter musculus rectus femoris (een rechter bovenbeenspier),terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, danwel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van genoemde wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 april 2022 te Hazerswoude-Dorp, gemeente Alphen aan den Rijn als bestuurder van een voertuig (auto), daarmee rijdende op de weg, de provincialeweg N209, als volgt heeft gehandeld:
hij, verdachte aldaar,
- heeft gereden terwijl hij een hoeveelheid drugs en/of lachgas had gebruikt en/of (vervolgens)
- niet, althans niet bij voortduring, het verloop van de rijbaan heeft gevolgd en/of is blijven volgen, immers is hij met zijn motorrijtuig met het/de rechter wiel(en) in de berm terecht gekomen en/of (vervolgens) met het/de linker wiel(en) en/of
- tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat, te weten een mobiele telefoon, vast heeft gehouden en/of zijn aandacht bij die mobiele telefoon heeft gehouden en/of
- onvoldoende aandacht heeft gehad voor het (overige) verkeer en/of
- de controle over zijn motorrijtuig heeft verloren en/of (vervolgens)
- in een slip is geraakt waardoor hij op de rijbaan voor het tegemoetkomend verkeer terecht is gekomen tengevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig in botsing is gekomen met een hem tegemoetkomende auto (Peugeot) met als bestuurder [naam 1] , waardoor een ander te weten [naam 2]
en/of [naam 3]letsel heeft bekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
2.
hij op of omstreeks 19 april 2022 te Hazerswoude-Dorp, gemeente Alphen aan den Rijn een voertuig, te weten een auto, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegensverkeerswet 1994, te weten MDMA en/of MDA en/of groep Amfetamine-achtigen, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 224 mg MDMA per liter bloed en/of 32 mg MDA per liter bloed en/of 256 mg Amfetamine per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde.