ECLI:NL:RBDHA:2024:5954
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag om een hoger salarisnummer voor een officier arts bij de luchtstrijdkrachten
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een hoger salarisnummer. Eiser, aangesteld als officier arts bij de luchtstrijdkrachten, had verzocht om zijn salarisnummer met terugwerkende kracht aan te passen van 13 naar 17, op basis van zijn kennis en ervaring. De Commandant der Luchtstrijdkrachten had deze aanvraag afgewezen, met als argument dat het aanstellingsbesluit in rechte vaststond en dat er geen aanleiding was om terug te komen op dat besluit. Eiser stelde dat het besluit onvoldoende gemotiveerd was en dat er strijd was met het gelijkheidsbeginsel, aangezien bij andere krijgsmachtonderdelen wel extra salarisnummers werden toegekend.
De rechtbank heeft de zaak op zitting behandeld, waarbij ook andere eisers aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende duidelijk had gemaakt dat de in de aanstellingsnota 2020 genoemde extra salarisnummers voor kennis en ervaring niet van toepassing waren op eiser. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken en concludeerde dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was. Daarom werd het besluit vernietigd en werd verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Eiser kreeg recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten, die door verweerder moesten worden betaald.