Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die de Turkse nationaliteit heeft, was in afwachting van de behandeling van zijn asielaanvraag en had een overdrachtsbesluit ontvangen van de autoriteiten van Zwitserland, die verantwoordelijk waren voor zijn asielprocedure. Eiser stelde dat de grondslag voor de maatregel onjuist was, omdat de overdrachtstermijn van zes maanden op 11 april 2024 was verstreken zonder rechtsgeldige verlenging. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de staatssecretaris de Zwitserse autoriteiten op 14 maart 2024 op de hoogte had gesteld van de situatie van eiser, wat leidde tot een verlenging van de overdrachtstermijn tot 18 maanden. De rechtbank oordeelde dat er voldoende gronden waren voor de maatregel van bewaring en dat deze niet onrechtmatig was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring voldoende gemotiveerd was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.