ECLI:NL:RBDHA:2024:5897
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van de maatregel van bewaring van een eiser van Ghanese nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 14 februari 2024 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een zitting niet nodig was en het onderzoek op 11 april 2024 gesloten. De rechtbank heeft de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring beoordeeld, waarbij zij zich baseerde op eerdere uitspraken en de voortgang van de uitzetting van eiser naar Ghana. Eiser voerde aan dat verweerder onvoldoende voortvarend werkte aan zijn uitzetting en dat er geen zicht was op uitzetting binnen een redelijke termijn. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder voldoende stappen had ondernomen en dat eiser zelf niet had meegewerkt aan de presentatie aan de Ghanese autoriteiten. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring rechtmatig was en dat het beroep ongegrond was. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.