In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vordert Sedos c.s. van [gedaagde] dat zij haar beroep bij de bestuursrechter intrekt tegen de beslissing op bezwaar van de gemeente. Sedos c.s. stelt dat [gedaagde] misbruik maakt van procesrecht door dit beroep in te stellen, wat volgens hen evident ongegrond is. De voorzieningenrechter heeft op 4 april 2024 uitspraak gedaan. De procedure begon met een dagvaarding op 26 februari 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 maart 2024. Tijdens deze behandeling heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat [gedaagde] niet misbruik maakt van haar bevoegdheid door beroep in te stellen. De voorzieningenrechter benadrukt dat toegang tot de rechter een grondbeginsel van de rechtsstaat is en dat een procedeerverbod alleen onder uitzonderlijke omstandigheden kan worden opgelegd. De voorzieningenrechter oordeelt dat [gedaagde] voldoende redenen heeft om haar beroep in te stellen, en dat de vorderingen van Sedos c.s. om een procedeerverbod op te leggen, niet gerechtvaardigd zijn. De vorderingen van Sedos c.s. worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].