Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 november 2022, met producties 1 t/m 18;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 14;
- het tussenvonnis van 1 november 2023, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de brief van mr. Scheper van 22 januari 2024, met producties 19A t/m 24.
2.De feiten
- de algemene werkwijze met betrekking tot de aanvoer en eventueel onderbrengen van dieren;
- Actuele ‘standaard werkwijze’ en/of HACCP plan (2018) met betrekking tot ingangscontrole;
- Laatste audit-rapportage NVWA en/of erkenningsrapportage NVWA (systeeminspectie onderhoud);
- Overzicht van dieren die niet toegelaten zijn tot de slacht vanaf 1 januari 2017 tot heden;
- Terugkoppelingen aan handelaren/transporteurs met betrekking tot kwaliteit aanvoer;
- Aantal geslachte dieren in 2017 en in 2018 tot heden;
- Verklaringen noodslachting 2017 en 2018 tot heden;
- Overzicht vaste handelaars/transporteurs.
NVWA te traag: onderzoek naar misstanden slachthuizen gestopt
3.Het geschil
4.De beoordeling
Is de Staat aansprakelijk jegens Griendtsveen?
- bijvoorbeeld op basis van een RvB van de OD - bestuursrechtelijk te handhaven, of om de overtreding met het oog op strafrechtelijke handhaving voor te leggen aan het OM. Het Interventiebeleid beperkt het OM echter niet in zijn vrijheid om al dan niet te kiezen voor strafrechtelijke handhaving. Aan het OM is overgelaten om te beslissen of en waarvoor een verdachte wordt vervolgd. Dit is neergelegd in de artikelen 167 en 242 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) (het zogeheten opportuniteitsbeginsel).
nadatde runderen zijn gekeurd door de OD, die daarvan een rapport heeft opgemaakt. Uit deze keuring en het rapport kan dan ook niet worden afgeleid dat de nadien gerezen verdenking ongegrond was. Voor het overige heeft Griendtsveen niet concreet aangevoerd waaruit haar onschuld of het ongefundeerd zijn van de verdenking kan worden afgeleid.
€ 178(plus de verhoging zoals vermeld onder de beslissing)