9.2.In het bestreden besluit heeft het college overwogen dat de adviescommissie uitgaat van een onjuist toetsingskader. De bestemmingsomschrijving is immers breder dan alleen tennis of tennisbaan. In de toelichting bij de beheersverordening (pagina 38) is vermeld dat de bestemmingsregeling voor de bestemming “Sport” tot stand is gekomen op grond van een combinatie van het bestaande feitelijke gebruik en de planologische mogelijkheden. Verder is in het bestreden besluit, onder verwijzing naar een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 6 december 2021overwogen dat het aanleggen van een padelbaan een activiteit is die in overeenstemming is met de bestemming “Sport”.
10. De voorzieningenrechter stelt vast dat de rechtbank Rotterdam in de door het college genoemde uitspraak van 6 december 2021 heeft geoordeeld dat het college zich in die procedure terecht op het standpunt heeft gesteld dat voor het project geen omgevingsvergunning nodig is voor de activiteit milieu als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo. In die uitspraak zijn geen overwegingen aan de daar geldende bestemming “Sport” geweid. Bovendien blijkt uit de uitspraak niet dat de bestemmingsomschrijving in het daar aan de orde zijnde bestemmingsplan vergelijkbaar is met die in de beheersverordening. De verwijzing naar deze uitspraak biedt dus naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter geen deugdelijke motivering om af te wijken van het advies van de bezwaarschriftencommissie. Ook de enkele stelling dat de bestemmingsomschrijving meer toestaat dan een tennisbaan en de verwijzing naar pagina 38 van de toelichting van de beheersverordening zijn daartoe onvoldoende. Dat vormt, gelet op het navolgende, echter geen reden voor schorsing van het bestreden besluit.
11. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) heeft in haar uitspraak van 29 mei 2019geoordeeld dat de padelbanen waarvoor in die zaak een omgevingsvergunning is verleend in overeenstemming zijn met de ter plaatse geldende bestemming "Sport" en de functieaanduiding "tennisbanen (tn)". De Afdeling heeft daartoe overwogen dat padel een racket- en balsport is voor twee spelers of voor paren, waarbij een bal, gelijkend op een tennisbal, met een racket over een net gespeeld dient te worden. Het wordt wel aangeduid als een mix tussen tennis en squash. De ruimtelijke uitstraling van de padelbanen waarvoor in dit geval omgevingsvergunning is gevraagd, verschilt niet zodanig van de tennisbanen die het bestemmingsplan toelaat, dat deze daarmee niet op één lijn gesteld kunnen worden. Weliswaar worden de padelbanen deels omringd door een dichte wand en tennisbanen door een hekwerk, maar de dichte wand is in dit geval doorzichtig en heeft daardoor geen wezenlijk andere ruimtelijke gevolgen dan de hekwerken die ter plaatse zijn toegestaan. Ook de geluidsbelasting van padelbanen is in zijn algemeenheid niet zodanig, dat kan worden gezegd dat om die reden sprake zou zijn van wezenlijk andere ruimtelijke gevolgen dan bij tennisbanen het geval zijn. Anders dan appellant betoogt, was het college niet gehouden in zoverre van het bestemmingsplan af te wijken, omdat de padelbanen niet onder de functieaanduiding "tennisbanen (tn)" zouden vallen, aldus de Afdeling.
12. Nu de Afdeling in deze uitspraak heeft geoordeeld dat padelbanen in overeenstemming zijn met de bestemming "Sport" en de functieaanduiding "tennisbanen (tn)", omdat de ruimtelijke uitstraling van padelbanen niet zodanig verschilt van die van tennisbanen dat deze daarmee niet op één lijn gesteld kunnen worden, zijn de vergunde padelbanen naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter in overeenstemming met artikel 9.1 van de regels van de beheersverordening. In de daarin gegeven bestemmingsomschrijving van de bestemming “Sport” is immers ook een tennisbaan als toegestane functie genoemd.