In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 29 maart 2024, wordt de rechtmatigheid van een vrijheidsontnemende maatregel beoordeeld die aan eiseres is opgelegd op basis van artikel 6, lid 3, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres, die stelt de Zimbabwaanse nationaliteit te hebben, heeft op 6 maart 2024 een asielaanvraag ingediend na haar aankomst op Schiphol. De maatregel werd op 17 maart 2024 opgeheven, maar eiseres verzocht om schadevergoeding en stelde dat de maatregel onrechtmatig was. De rechtbank concludeert dat de maatregel rechtmatig was en dat er geen aanleiding is voor schadevergoeding. Eiseres had geen bezwaren tegen de maatregel geuit, wat de rechtbank als relevant beschouwde voor de beoordeling van de rechtmatigheid. De rechtbank oordeelt dat de procedure correct is gevolgd en dat de ondertekenaars van de maatregel bevoegd waren. De rechtbank wijst het beroep ongegrond en het verzoek om schadevergoeding af.