In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Agayev, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor nareis asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door verweerder is overschreden en dat eiser rechtsgeldig in gebreke heeft gesteld. Hierdoor is het beroep terecht ingediend en gegrond verklaard.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen bepaalde termijnen een besluit moet nemen. Indien verweerder geen herstel verzuim biedt en geen nader onderzoek nodig is, moet dit binnen vier weken na verzending van de uitspraak gebeuren. Bij andere scenario's, zoals het bieden van herstel verzuim of het nodig hebben van nader onderzoek, zijn er langere termijnen vastgesteld. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-.
Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 184,-. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 4 januari 2024.